De grens
Ria, de moeder van mijn buurvriendin Carina, is ernstig ziek. De diagnose was kanker, maar liefst vier soorten. Eén kankergezwel heeft zich opdringerig in de keel genesteld, waardoor Ria nu niet meer slikken kan.
„Ik zou ermee ophouden”, briest mijn man, bij het horen van die nieuwe complicatie.
Carina is de wanhoop nabij nu haar moeder onafgebroken slijm opgeeft, waardoor deze haast stikt in haar eigen braaksel.
„Ik realiseerde me niet dat iemand zo erg kan lijden”, appt ze me vanaf haar moeders adres, waar ze sinds een week logeert.
Met ernstige ziektes en dementie loopt niemand graag te koop. Vakkundig worden ze verborgen gehouden in de bedden van het ziekenhuis, op de gesloten afdeling van zorgtehuizen, met spitsvondig gekozen namen zoals huize Avondlicht, een cynische hint naar het spoedig naderende einde.
Ligt er netjes bij
Toen mijn opa stierf wist ik dat hij ziek was. Maar wat dit ziek zijn precies behelsde, bijvoorbeeld of hij pijn leed en wellicht bang was, bleef voor mij in nevelen gehuld. Ik zag hem pas weer toen hij opgebaard lag in de kleine kamer waar mijn zusjes en ik regelmatig gelogeerd hadden.
„Hij ligt er netjes bij”, vonden de rouwenden, maar zoiets zeggen mensen ook maar bij gebrek aan een betere constatering.
Later werd mijn destijds beste vriendin Maartje ernstig ziek. Longkanker, met uitzaaiingen naar haar bil. Wekenlang lag ze in bed, zonder uitzicht, maar met hoop op beterschap.
„Ja Nicole, je verlegt je grenzen”, zei ze, mijn niet gestelde vraag viel blijkbaar te lezen op mijn gezicht.
Maartje stierf pas nadat ze opgaf. En dat duurde nog best een tijd. Sterven mag tijd kosten, want sterven doe je telkens een beetje, zo valt regelmatig te lezen op een rouwkaart.
Onderdeel van een leven
Moeten we meer openheid geven over het stervensproces? Want sterven is een lijdensweg, het is een angstig plaatje, een ongemakkelijke wenk naar wat ons allen te wachten kan staan, en daar willen we niet aan herinnerd worden. Maar tegelijkertijd is het stervensproces wel degelijk onderdeel van een leven, zoals geboortes, jeugd en goede gezondheid dat ook zijn, of dat nu mag van ons of niet.
Ik hoop vooral dat ik later waardig mag sterven, op de manier waarop ik dat wens. Dat er pijn kan zijn, maar met een vrijheid en eigen keuze, wanneer ik echt niet meer verder kan. Hetzelfde wens ik voor Ria, dat ze op háár manier kan scheiden van haar lichaam, zoals zij dit wenst, zodat ze vredig kan overgaan wanneer haar grens is bereikt.