Gekkie
Gekkie is een cadeautje van mijn neef die weet dat ik nogal plantengek ben. Uit de hele wereld worden ze aangevoerd en belanden ze op mijn vensterbank. Zoals de Pachira, in goed Nederlands het geldboompje. Ik noem hem kortweg Gekkie.
Hij komt uit het donkere Amazone-oerwoud. Hij heeft dus een hekel aan zonlicht en dat is echt gek voor een plant. Al gauw was hij het kleine potje waar hij inzat, ontgroeid en heb ik hem verpot. In drie weken tijd is hij eens zo groot geworden, echt een Gekkie dus. Dus schrok ik wel toen ik zijn familieleden in het arboretum zag, want dat zijn bomen van drie meter hoog.
Wat je ver haalt is lekker
Ik heb ook gasten uit Borneo; twee mossen die letterlijk van de lucht leven, of beter: van het vele vocht in het regenwoud dat niet voor niks zo heet. Maar hier moeten ze zich behelpen met het dagelijkse dampbad van de afgegoten groente. Ze kwijnen; het is te weinig. Zielig om te zien. Meiske is er ook; ze is een citrusboompje en verblijdt me elk jaar met minstens vijftig miniatuur-sinasappeltjes. Die smaken heerlijk in mijn vruchtendrankje.
Het mooiste vind ik dat ik lekker eten van haar krijg zonder dat ze dood hoeft. Ze staat nu in de grootste emmer die ik heb, dus eigenlijk moet ze stoppen met groeien. Wat ze niet doet, natuurlijk. Dat worden volgend jaar honderd appeltjes van oranje en een reuzenemmer. Dan zijn er nog de vlinderorchideeën die Rumphius aantrof op Ambon en die hij Suzannabloem noemde, naar zijn geliefde vrouw die omkwam bij de aardbevingsramp van 1674. Suzanna’s kunnen tientallen jaren oud worden maar komen in mijn vensterbank niet verder dan hoogstens 15. Jammer.
Zuinig op de natuur
Zeer tot woede van dierenliefhebbers mogen we nog maar dertig soorten zoogdieren houden. Geen exoten meer zoals servals, ook al heeft Justin Bieber die wel. Geen grappige hondjes met mensengezichtjes die heel vatbaar zijn voor sluipende longkwalen. Apen of tijgers of civetkatten: verboden.
Helaas; veel plantaardige exoten die onze huiskamers worden binnengesleept, sterven voortijdig of worden veel te groot. En in beide gevallen vinden zij een roemloos einde in de vuilnisbak. Hoeveel van hen hadden kanker kunnen genezen of artrose? Misschien waren er zelfs wel bij die ons hadden kunnen leren hoe de klimaatproblemen het hoofd te bieden. Dat doen zij tenslotte al veel klimaatveranderingen lang. Waarom zijn er bij planten geen regels? Tja; die hersenapps weer. Als dieren ‘au!’ roepen, merken we dat meteen. Maar een levende sla-bos verslinden we zonder erbij na te denken. Sla kan geen au roepen op een voor ons begrijpelijke manier. Waar levend gekookte kreeften verontwaardiging oproepen, doen levend gekookte groenten dat niet. Raar, eigenlijk. Mensen houden dus zichzelf voor de gek.
Leer van de sjamanen
De makke is natuurlijk dat mensen alleen organische bestanddelen kunnen verteren. Al ons eten moet sterven om ons te voeden. Moeilijk doen over dieren is goed beschouwd alleen maar sentimenteel. De sjamanen in Siberië snappen het wel. Bij elke maaltijd danken ze de natuur voor haar opofferingen in het besef dat ze die nergens aan verdiend hebben. Ze erkennen dat ze er onderdeel en afhankelijk van zijn. Zij zullen zichzelf nooit homo sapiëns noemen. Wie denkt als een sjamaan wordt vanzelf nederig en zuinig en beschouwt planten als levende wezens in plaats van decoratie. Daar kan het verwaande Westen nog wat van leren.
Ik zal alvast uitkijken naar een nieuw tehuis voor Gekkie voor als hij mijn kamer ontgroeit. Misschien het arboretum? Weet je wat: voortaan vraag ik neef een boekenbon. O, jee…. Zoek de fouten in deze houtsnede. Bomo sapiëns.