Hoffelijk
In het tweestromenland tussen Dinkel en Regge voelt de Tukker zich op het gemak.
Toeristen en Twentenaren in den vreemde dwepen met het bekoorlijke landschap en de vriendelijke mensen met dat leuke accent. De Tukker zelf reageert daarop met een ingetogen knik.
Wat verklaart die wat wereldvreemde, soms zelfs enigszins mysterieus ogende houding?
Het stille genot en diepe respect voor de streekgenoot die dicht over patat, verkeerslichten tot ironie verheft of zonder aanziens des persoons opkomt voor de onderdrukte medemens, komt voort uit de overtuiging dat geen enkele sterveling dit land kan overstemmen.
Twente is een tuin voor paradijsvogels.