Nationaal Holocaustmuseum – eeuwige napijn

Han Maas 11 mrt 2024

Deze tijd heeft een verbinding van een houtje-touwtjejas, je voelt de tocht er dwars doorheen.
Zondag was de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam. Het gaat niet over kunst waarvan je kunt genieten, tenminste als er geen tomatensoep op wordt gesmeerd, maar over de verschrikking uit de Tweede Wereldoorlog waarvan het bloed nog steeds niet is gestold.

Geroofde kunst kun je missen, gestolen waardigheid nooit. En wat broeit gaat branden, ook al zeg je ‘dit nooit meer’.

De president van Israël Herzog is aanwezig bij de opening van het museum door Willem-Alexander. De komst van Herzog is voor sommigen niet gewenst, omdat hij geen onderscheid maakt tussen strijders van Hamas en burgers uit Gaza, waaronder kinderen die uitgehongerd worden.

Journalist Frits Barend spreekt er schande van dat GroenLinks-PvdA een politiek standpunt inneemt en tegen de komst van Herzog om genoemde reden is. Burgemeester Halsema, van deze politieke partij, komt gewoon naar de opening van het museum in de Plantage Middenlaan.

Als ik met de tram door de Plantage Middenlaan rijd naar de mondhygiëniste in de binnenstad, kijk ik altijd twee keer naar links: naar De Hollandsche Schouwburg, in de oorlog een verzamelplaats waarvandaan duizenden Joden op transport werden gesteld naar de Duitse vernietigingskampen, maar ook waar het de beheerder van de schouwburg met anderen lukte om honderden kinderen uit de crèche te laten ontsnappen. Kinderen die misschien als wees verder moesten zien te leven.

Ook kijk ik naar Café Eijk en Linde in de Plantage Middenlaan. Daar hebben mijn ouders elkaar in de oorlog ontmoet. Althans dat dacht ik, want het oorspronkelijke café stond midden in Artis, heb ik later begrepen. Je hoeft niet naar de juiste plek te kijken om je vader die als dwangarbeider naar Duitsland werd vervoerd – door de NS – en ternauwernood uit Lager Weserlust in Bremen wist te vluchten, een plaats in je hart te geven.

7 mei 1945. Drukte op de Dam: lachende mensen vieren de bevrijding. Om drie uur wordt er plotseling geschoten vanaf het balkon van de Groote Club. Tientallen mensen sneuvelen alsnog. Met welke waas keken de Duitsers door hun vizier?

Eeuwige pijn.

Ik ben klaar bij de mondhygiëniste; mijn kaak is zo stijf als een wassen beeld van Madame Tussauds.
De wijzers van de klok van het paleis staan op drie uur. Ik kijk naar de Groote Club. Als ik weer door de Plantage Middenlaan rijd, trekt de napijn weg. De stenen van de gevel van De Hollandsche Schouwburg zijn de stille getuigen van een napijn die nooit meer weggaat.

Wat broeit gaat branden.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties