Mannengezin
„Deze kostbare minuten komen nooit meer terug.” Mijn zoons reactie op mijn duit in het zakje.
Over mijn hoofd kijkt hij zijn vader aan. Die schiet in de lach. Misschien vraag ik erom: wat weet ik van het voetenwerk van Messi?
Ik woon in een mannengezin, dan moet je tegen een stootje kunnen. Mijn moeder kon het goed met mijn broer vinden. Allebei hadden ze twee rechterhanden. Zelf kletste ze er flink op los. „Zo”, zei mijn vader, net uit zijn werk, „heb je vandaag nog niemand gezien?”
Ik neem me voor om eens een dag niets te zeggen. Mijn eigen gang te gaan zonder ongevraagd meedenken, helpen, reageren. Als een sfinx zou ik zijn.
„Morgenochtend moet ik om 7 uur werken”, zegt zoon. De volgende ochtend, zaterdag, staat zijn vader rond zessen bij zijn bed. Rustig spreekt hij zoons naam uit. Om de paar minuten komt hij naar boven: weer die beheerste toon. Ik stap ook mijn bed uit, roep zoons naam, doe het licht aan, ruk de gordijnen open.
„Ga weg!”
Curlingouders
Na nog een paar keer proberen geven zijn curlingouders het op. Na tienen komt hij naar beneden. Pakt zijn telefoon, ploft op de bank.
„Oh, ik moet van elven tot drieën werken.” Verbaasd kijkt hij ons aan.
Net als de meeste 15-jarigen heeft hij iets bijzonders met tijd.
„De bus kan ook een minuut te vroeg komen”, zeg ik hem. „Pak vast je tas in. Je hebt nog 4 minuten, schiet op!’
„Weet je dat jij heel erg irritant bent?” Ik probeer zo neutraal mogelijk te kijken.
„Ik weet niet wanneer het is begonnen, ongeveer een jaar geleden, geloof ik. Ja, en iedere dag hè.” Mijn zoon kijkt me indringend aan.
Ik bekijk het interview met de familie Chabot. Bart Chabot en zijn vrouw Yolanda hebben vier zonen. Samen schreven ze het Boekenweekgeschenk: Gezinsverpakking. Moeder is een rustige vrouw. Ik zie niets irritants aan haar.
Nieuwsgierig
De zoons lijken me praters en stuk voor stuk zachtaardige mannen, al weet je nooit hoe het echt zit.
Een boek schrijven met het hele gezin. Hoe zou dat zijn gegaan? Moeder schreef de tussenstukjes, vertelt ze. Er is een zoon die je nieuwsgierig maakt.
„Na een relatie van bijna vier jaar heeft mijn lief nog geen stap in mijn ouderlijk huis gezet”, schrijft Maurits Chabot in zijn hoofdstuk. En: „De meeste ramen in ons huis zijn permanent afgedekt.”
Over het bezoek dat een eerder vriendinnetje wel mocht brengen aan het huis: „Sanne mag alleen naar mijn slaapkamer onder de voorwaarde dat ze een blinddoek om heeft tot ze in de kamer is. Zodra ze ons huis betreedt, bind ik een sjaal voor haar ogen.”
Zou het een puinzooi zijn, in huize Chabot? Moeder werkt fulltime als arts, er zijn vijf mannen. Hoe doet ze dat toch? Ik kijk onze kamer rond. Dat van die blinddoek zal ik onthouden.