Zuipen en vreemdgaan

Hanny Schoonderwoerd 12 feb 2024

Zaterdagochtend 10 februari 2024. Ik fiets in mijn carnavalskloffie van Gouda naar Oudewater. Op de Karnemelksloot verrekken twee fietsers hun nek, als ze zich omkeren om mij eens goed te bekijken. Zich vast afvragend wat ik in hemelsnaam aanheb en waarom ik die felle make-up draag. Op de dijk bij Haastrecht kan er bij de tegemoetkomende fietsers en wandelaars al een glimlachje af. En hoe dichter ik Oudewater nader, hoe groter de lach op de gezichten van de voorbijgangers. Zij snappen waarnaar ik op weg ben. Naar mijn geboorteplaats Uivergein. Nog geen twaalf kilometer verwijderd van mijn woonplaats bevind ik me in een totaal andere wereld. Daar val je dit weekend eerder op als je niet verkleed bent.

‘Ga jij carnaval vieren?’ Elk jaar rond deze tijd krijg ik deze vraag als ik aankondig even van de radar te zijn. ‘Wat is daar nu aan?’ Wat volgt is een waslijst aan negatieve associaties bij een feest dat volgens Wikipedia door 1,5 miljoen mensen in Nederland gevierd wordt, vooral onder de rivieren.

‘Vreselijk, al die dronken mensen.’

‘Iedereen gaat dan toch vreemd?’

‘Ik vind dat zo onecht, al die gemaakte vrolijkheid.’

‘Zo stom, die polonaise.’

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Mensen die zich nog nooit aan carnaval gewaagd hebben, weten schijnbaar precies wat het feest inhoudt.

Carnaval is afgeleid van ‘carne’ en ’vale’ = ‘vlees’ en ‘vaarwel’, de verwijzing naar de vastenperiode, die op het carnaval volgt. Om het vasten beter aan te kunnen, wordt er eerst flink gefeest. Vervolgens veertig dagen gevast. Dat feesten is fantastisch. Ik laat me deze dagen aan alle leut om me heen. Niets onechts aan. Juist het tegenovergestelde. De rest van het jaar worden mensen gek aangekeken als ze spontaan uit hun dak gaan. Nu hoef je je niet in te houden en mag het zomaar! Niets heerlijkers dan je te bevinden tussen allemaal mensen die er, net als ik, iets moois van willen maken. Was het elke dag maar zo’n feest. Er heerst een hele andere energie – natuurlijk – dan wanneer je je bevindt tussen mensen die lopen te mopperen, te oordelen, te polariseren.

Zoals bij elk feest wordt er ook nu flink ingenomen. Maar nergens loopt het uit de hand. Mijn vriendinnen en ik zijn half vijftig, tegen de zestig en kunnen niet eens meer zoveel drank aan. We doen steeds meer water bij de wijn. Invloed op de feestvreugde heeft het niet.

We zijn ook veel te braaf om vreemd te gaan. En ik geloof niet dat een van ons daar behoefte aan heeft. Ook om ons heen zien we het niet gebeuren. Wel veel gesprekken. Mooie en soms ook vol slap geouwehoer, maar connecties zijn er volop.

Ik kan er na zo’n carnavalsweekend weer tegenaan. Het geeft zoveel positieve energie. En het vasten? Ik ken het nog wel uit mijn (katholieke) jeugd. Wij aten in de periode wel vlees, maar minder. Ons vasten bestond uit ‘niet snoepen’. De snoepjes die we in die periode kregen, verzamelden we in een blik. En aten we na de vastenperiode weer op. We leerden onszelf wat te ontzeggen.

Dit jaar ga ik weer eens voor de ouderwetse variant: geen vlees. Misschien net het duwtje dat nodig is om van flexitarier vegetariër te worden!

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties