Het wonder van chocola

Monique Louis 18 jan 2024

Zoon, 15, stopt een groot stuk Toblerone in zijn mond. Uit zijn kerstpakket van de Action. De vorm van deze Zwitserse chocola is niet te doen. Hij kauwt moeizaam.

„Ik wil heel graag dit spul. Wacht, ik stuur je een appje.” Vliegensvlugge duimen, geconcentreerde blik. Even later vertrekt hij in zijn Actionshirt. Bam. Weinig subtiel sluit hij de deur achter zich. Binnen een jaar is hij twee koppen gegroeid. Hij kent zijn krachten niet, ook zijn stemgeluid doet me regelmatig opschrikken. Ik lees zijn berichtje. Het spul is een middel tegen puistjes.

Mijn moeder verstopte alle chocola, maar dit had geen zin. Ik herinner me de keer dat ik een familiepak Lions had opgegeten nadat ik mijn konijn dood in zijn buitenhok had aangetroffen. Het konijn heette Stampertje en was zo groot als een haas. Zijn lijf was al stijf. Ik huilde. Van verdriet, afschuw. Schuldgevoel over mijn afschuw en ik vroeg me af of ik iets verkeerd had gedaan.

Chocola is troost

Mijn ouders reden met het lijkje naar een plek voor overleden huisdieren. „Ga je mee?”, vroeg mijn vader me. Ik bleef thuis en vrat de door mijn moeder zorgvuldig verstopte Lions achter elkaar op. „Zo verdrietig was je dus”, oordeelde mijn vader. Terwijl, chocola is troost, emotie. Alleen dat wisten wij toen nog niet.

De volgende dag willen man en zoon gaan schaatsen op de ijsbaan. „Ik ga naar de film, naar Sjakie en de chocoladefabriek.” „Je bedoelt Wonka“, reageert zoon. „Deze versie schijnt behoorlijk zoet te zijn. Musicalachtig zelfs.” Man trekt een vies gezicht.

In het winkeltje van de bioscoop haal ik een Twix. Een jongetje gooit zijn snoeppapier op de grond. Ik kijk hem aan zoals mijn moeder kon kijken. Raap maar op en gooi het in die prullenbak, wijs ik. Met verschrikte ogen volgt hij mijn advies op.

Chocola dat ze nodig hebben

In de zaal zitten her en der plukjes kinderen. Ik vind mijn stoelnummer maar ga drie rijen hoger zitten, in het midden. Wat doe ik hier, denk ik bij de eerste beelden. Tot ik word meegenomen in een droomwereld vol kleur, zingende, dansende, zelfs vliegende mensen.

Vindingrijke kinderen, nare volwassenen, een hartverwarmende Willy Wonka gespeeld door de jonge acteur Timothée Chalamet. Wonka geeft de mensen het soort chocola dat ze nodig hebben om te veranderen in een betere versie van zichzelf: zelfverzekerder, daadkrachtiger, liever.

In de pauze koop ik een haverkoek met stukjes witte chocola en kijk verder naar de cocktail van drama, humor, sentimentaliteit en avontuur. Acteur Hugh Grant, voor de gelegenheid eens een keer onsexy als Oempa loempa, had ik niet willen missen.

Gebeld

Tijdens de slotscène, waarin de goeden van de kwaden worden gescheiden en Wonka het ondenkbare voor elkaar krijgt samen met zijn vrienden in een apotheose van kleur, dans, muziek en vreugde, word ik gebeld. Een deel van mijn hersenpan blijft bezig met de reden van het telefoontje.

Man vertelde dat hij ineens languit op het ijs lag.
„Gaat het, meneer?”, had een meisje, hooguit 11, bezorgd aan hem gevraagd. Later vroeg hij zich af of zij misschien degene was die per ongeluk zijn schaats had aangetikt waardoor hij was gevallen, dat ze zich daarom zo om hem had bekommerd?
Typisch een nare gedachte van een volwassene.

Ik schoof hem het schaaltje met pure chocoladekaakjes toe. Hij nam een hap en zijn gezicht verzachtte. „Ach, het was hoe dan ook een lief gebaar van haar geweest.”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties