Nootmuskaat
Zijn assortiment is veranderd; hij moet wel aan het verwachtingspatroon van de deugdzame mens voldoen, anders kan hij wel sluiten. Tegen sluitingstijd kom ik in de winkel. „Hoeveel heb je nodig?”, fluistert hij. „Een kilo, maar het mag ook een ietsje meer zijn”, fluister ik terug. „Half-om-half, graag.” „Kom naar de achterdeur, ik zal het even voor je draaien. Kruiden erbij?” „Ja, die met nootmuskaat.” „Ssst… niet zo hard!”
Pluchen Femke Halsema zegt lachend dat ze zelf ook nootmuskaat gebruikt, maar dat de straat met die naam in een nieuwe wijk in Amsterdam-West er niet komt, omdat nootmuskaat refereert aan een omstreden verleden. Het wordt nu Mierikswortelstraat – ja, het is bekend dat je door het gebruik van nootmuskaat kunt gaan hallucineren. Het wachten is op het moment dat de Eerste en Tweede Atjehstraat in de Indische Buurt in Amsterdam worden omgedoopt tot de Eerste en de Tweede Wokestraat. En wat te denken van de Transvaalbuurt, waar Femke zelf heeft gewoond toen ze nog zo groen als links gras was.
Via de Kruidnagelkade en het Pimentplein loop ik naar de groenteman op het Afrikanerplein. Voor bananen moet ik achterom, want die refereren aan bepaalde republieken en dat is stigmatiserend. „Straks ben ik de pisang”, zegt de groenteman met een flauwe glimlach om zijn mond. Pastinaak is geen probleem, dat is toch een vergeten groente. Over de naamsverandering van boerenkool in agrarische kool twijfelt hij nog. En zuurkool blijft zuur, anders had het zo niet geheten.
Goed mijn handen wassen. Kruiden, sjalotje en in melk geweekt witbrood en een eitje erdoor en kneden. Een theelepeltje mierikswortel erbij en dan ballen draaien – nootmuskaat en mierikswortel bijten elkaar niet – aanbraden en dan maar sudderen – wie kneedt de gehaktballen van Femke? Nee, dat doet ze niet zelf. Geen tijd voor met al die straatnaamborden vervangen. Als je moe thuiskomt, wil je gelijk aanvallen.
’s Avonds neem ik bij de koffie een lekker groot stuk Limburgse vlaai. Limburgse vlaai is onlangs door Europa erkend als beschermd streekproduct en moet aan allerlei eisen voldoen. Een van die eisen is dat de vlaai gebakken is op Limburgs grondgebied. Nee, geen asielzoekende vlaai in ons land, dus van spreiding is geen sprake. Bovendien moet de vlaai aan een bepaald uiterlijk voldoen – zo, Europa durft!
Bij Vandaag Inside, onder het genot van een glaasje Pisang Ambon, kijk en luister ik naar de inmiddels 81-jarige Rudy Bennett, voormalig zanger van The Motions, uit de geestverruimende jaren 60: But these words are only wasted words. Oh Lord let the good times come. Maar hij zingt nu een bluesnummer. De blues, afkomstig van gediscrimineerde Amerikanen; Martin Luther King ‘had a dream’.
Ik begin te hallucineren: door de specerijenbuurt loop ik naar de slager, waar ik dankzij het opgelegde communistische woke-denken met moeite aan een kilo half-om-halfgehakt en kruiden met nootmuskaat kan komen, en bij de groenteman aan bananen. Als ik weer bij zinnen kom, verlang ik maar naar één ding: mijn gespreide bed, dat ik heb zonder een omstreden wet en prevel: ‘Oh Lord, let the good times come.’