Gaan met die banaan
Zorgelijk bericht voor de echte bananenliefhebber: deze lekkere vrucht wordt dusdanig bedreigd door een schimmel, dat er waarschijnlijk binnenkort geen bananen meer zijn. Want die schimmel zit overal in de grond, wachtend op een lekker hapje, dus het verplaatsen van je bananenkwekerij helpt geen steek. Wat nu?
Wat is precies het probleem? Dat er maar één soort banaan is die geschikt is voor grootschalige teelt en die overal lekker wordt gevonden. De Cavendish banaan. En het tweede probleem: deze banaan kent geen genetische variatie. Ze is ontstaan uit een mutatie zonder zaden. Elke Cavendish is precies hetzelfde als elke andere Cavendish, want hun voortplanting gaat niet met stuifmeel en stamper maar via uitlopers. Er komen dus geen nieuwe genen bij en variëren doet er ook niks. En dan kan die schimmel toeslaan. Die is dol op monoculturen.
Evolutie aan het werk
Dat geldt niet alleen voor bananen maar voor alle leven. Daarom huist leven dat afhankelijk is van heel specifieke omstandigheden ook vaak op afgezonderde plekken zoals eilanden. Als daar een nieuweling bijkomt, is het: weg met de dodo. Bescherming door afzondering maakt ook kwetsbaar voor onvermijdelijke veranderingen. Afzondering is nooit eeuwig. Er komen kolonistenschepen aangevaren, dankzij de ijstijd ontstaat een landbrug, er ontsnappen een paar konijnen en ratten die in een luilekkerland belanden. Of het blauwtongvirus maakt al ‘onze’ schapen dood. De enige eeuwigheid is de evolutie. Die kan twee kanten op. Of overal een hekje omheen zetten zoals de groentjes het liefste willen, of nieuwelingen toelaten. Mogelijk sterft de zwakste uit. Maar mogelijk is het ook een verrijking voor de bestaande soort zodat de nieuwe kindertjes veel meer mogelijkheden hebben tot aanpassing.
Mensen roeren
Dat de eerste mensen in Kenia uit de boom vielen en toen de wereld rondtrokken is wel erg simpel gedacht. Wat kwamen ze allemaal onderweg tegen? En konden ze daar wel tegen? Genetische aanpassing binnen één variant is wel mogelijk maar beperkt. Dus hoe meer varianten binnen een soort, hoe meer de genen worden gemengd, hoe beter het is. Dan krijg je uiteindelijk alleskunners die zich overal thuis voelen. Daarom zijn wij van alle marken thuis, want wij hebben de genen van Sapiens, Cro Magnon, Neanderthaler, Pithecanthropus, Heidelbergensis, Java, Denisova en nog vele variaties meer. Die kwamen echt niet allemaal van één plek. Zwervers kwamen elkaar onderweg tegen en- hup: een nieuwe variant erbij. Die ook weer ging zwerven. Van Alaska naar Nieuw Zeeland, van Siberië naar de Amazone. Wij zijn een variërende soort en dat moeten we blijven. Anders vergaat het ons zoals die arme banaan. Eigenlijk waren die Nazi’s met hun obsessie voor ‘Arisch bloed’ dus zo stom als het achtereind van een varken.
Stilstand is achteruitgang en achteruitgang is een doodlopende weg. Dus er zit niks anders op dan door te gaan met aanpassen en veranderen.
Dus ook in 2024. En alle volgende jaren.