Toetje
Het water liep me in de mond. Op de dessertkaart die de ober met een theatrale zwaai op tafel had gelegd, stond een scala aan exquise nagerechten. Ik betreurde meteen mijn keuze voor het voorgerecht: een hemelse pompoensoep, gevolgd door een hoofdgerecht met perfect gebakken zeewolffilet en een overdosis aan bijgerechten.
Mijn vriend aan de overkant aaide zuchtend zijn buik, overduidelijk verwikkeld in hetzelfde dilemma.
Te midden van al die lekkere opties, waaronder een trifle met lemon curd en een pavlova taartpunt waar je u tegen zegt, dook plots een oude bekende op: de vlaflip! Gelijk dacht ik aan mijn moeder die dit toetje dikwijls maakte. Ze begon met een laag vanille vla, goot er een zoete aardbeiensiroop bovenop, en als finishing touch nog een laag yoghurt. Een waar kunstwerk dat geserveerd werd in van die chique jaren vijftig dessertglazen, die je nu alleen nog bij de kringloop scoort. Je kent ze misschien wel, die glazen met gouden randjes.
Kant-en-klare vlaflip
Voor ik de eerste hap nam, mengde ik eerst alle smaken goed door elkaar. Verrukkelijk! Tegenwoordig kun je een kant-en-klare vlaflip in een pak kopen, maar dat voelt als een flauwe kopie van het dessert dat mijn moeder op tafel toverde. Liefde kun je niet uit een melkpak schenken. En eerlijk gezegd, het origineel is altijd beter, toch? Terwijl ik me even liet wegdrijven op die gedachte aan de vlaflip, rukte mijn vriend me bruusk terug naar het heden: „Hé dagdromer, al een keuze gemaakt?”
Kort daarna bracht de ober mijn vriend zijn koffie en mij een gigantische vlaflip, met aardbeien coulis in plaats van siroop. Nadat ik de knoop en rits van mijn broek had opengedaan om mijn buik wat meer ruimte te geven, dook ik in een combinatie van nostalgie met een moderne twist. Een heerlijk einde van een avond waar verleden en heden op een geweldige manier samenkwamen. Het was misschien geen culinaire hoogvlieger, maar het bracht me wel even terug naar de keuken van mijn moeder.