Come on, come together
De grootste rivaal van de reeds decennia lang blèrende Rolling Stone sir Jagger, is nog steeds sir Paul McCartney, zanger en gitarist van de al even beruchte Beatles. Graag wil ik de jeugd van tegenwoordig eraan herinneren dat dit de meest beroemde muzikanten zijn op deze planeet en dat ze dat nog een eeuwigheid zullen blijven.
Deze sterren hebben de lat immers hoog gelegd, the sky is the limit. Het liefst zou ik deze twee bands gezamenlijk op tournee willen zien schitteren, together on stage, tenminste met de leden die het turbulente rock ‘n roll-circus hebben overleefd.
Vorige zomer heeft mijn stokoude idool Mick mij alweer verzocht om met hem te skypen: ‘Claude, it will be my pleasure to speak with you, message me directly‘. Ach, ik durf de duivel niet onder ogen te komen, he is sir Jagger and I’am a beggar, un poète maudit.
Bandeloos leven
Op kerstavond 1984 toen ik 14 was, kreeg ik van oom Marco een vinylplaat cadeau: Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band, het achtste studio-album van The Beatles, uitgebracht in 1967. Ik had net een nieuwe hifi-stereo gekocht en draaide deze plaat grijs samen met de toenmalige concurrerende psychedelische Stonesplaat Their Satanic Majesties Request. Al snel leidde ik een bandeloos leven. Ik verwaarloosde mijn studie Latijn-Grieks, spijbelde dagenlang en vertoefde in een duistere stadscafeetjes.
En ja, zo raakt men snel de pedalen kwijt, ik kreeg op mijn 20e een burn-out en leefde op een andere planeet: 2000 light years from home? In die periode luisterde ik meer dan ooit tevoren naar de helende muziek van The Beatles and The Stones. Yes, they made it good to be alone. Na een lange winterslaap ontwaakte ik, trok fors de kamergordijnen open en zong weer free as a bird: ‘Here comes the sun‘.
Onlangs postte ik voor de tweede keer een Rolling Beatle-poem op de Facebook van McCartney. En surprise surprise, raad eens wie er als eerste mijn ode had geliked? Jawel, he loves me yeah yeah.
So come on fans, come together, right now, over Paul and Mick.