Collectieve liefdeswaan
Vanavond opnieuw die discussie, de mij niet vreemde onenigheid over of vreemdgaan enkel voorkomt wanneer één van de twee niet langer (genoeg) van de ander houdt. Een volksverhaal, sprookje, illusie als je het mij vraagt.
Ik sta altijd aan de verkeerde kant. Ik heb een onpopulaire mening, namelijk dat vreemdgaan geen teken is dat je onvoldoende gecommitteerd bent aan je partner. Niet genoeg van je partner houdt, geen respect voor hem/haar/hen hebt. De argumenten zijn altijd hetzelfde en in mijn optiek naïef.
Wat ik er tegenin breng wordt zonder uitzondering weggezet als teken dat wat mijn ex-lief en ik met elkaar deelden niet genoeg kan zijn geweest. Anders zou ik het niet ergens anders hebben gezocht. Moraalridders die de wijsheid in pacht denken te hebben, ervan overtuigd zijn dat hen dit nooit zal overkomen, leiden wat mij betreft aan een collectieve liefdeswaan.
Dat liefde betekent dat je blind bent (voor al het andere), dat liefde iedere dag hetzelfde is, dat liefde elkaar alles vertellen inhoudt, dat liefde alleen echt is als je nooit te nimmer iemand anders meer aanraakt, dat liefde gedoemd, verveeld, onbevredigend en te weinig is, als je dat wel doet. Hoe vaker ik hier met anderen over converseer, hoe meer ik de controlebehoefte in hen waarneem.
Van vreemdgaan geen sprake
Het prettige idee dat wanneer ons lief genoeg van ons houdt en wij genoeg van hen, dat er van vreemdgaan geen sprake is. Dat als wij de warmte en genegenheid van onze partners ervaren, we de garantie hebben dat ze ons trouw zijn. Als we alles met hen open bespreken, en zij onze mening delen dat eerlijkheid het hoogste goed is, durven we erop te vertrouwen dat zij ons nooit zullen kwetsen. Die afspraak is er immers.
Mensen steigeren als er wordt verkondigd dat liefde geen garantie biedt op trouw. Ze willen de illusie in stand houden dat we controle hebben over wat de mensen die we liefhebben met ons doen, ons aan doen. Dat geeft zekerheid. Onterechte zekerheid, maar dat deert niet. Natuurlijk is het een fijn idee dat als de liefde ‘goed’ is, ons niets kan overkomen. Dat het voor eeuwig zo blijft, we uitverkoren zijn als het de grootste liefde betreft. We de ‘ware’ hebben gevonden. Dat leeft wel zo prettig.
Mij overkomt niets, want onze liefde zit snor. Maar die behoefte aan controle blijft interessant. De noodzaak van absolute zekerheid. Ik vraag mij steeds vaker af hoe overtuigd anderen ervan zijn wanneer ze vanuit een ivoren toren propageren dat zij dat nooit zouden doen, dat hun partner dat nooit zou kunnen. Durf je je hand ervoor in het vuur te steken? Dat wanneer de liefde maar genoeg is, alles daarbuiten nooit binnendringt? Ik niet.