Femke, de held van mijn marathon-debuut
Oktober is bij de uitstek de maand voor het lopen van een najaarsmarathon. Ik zie dan ook veel mensen om mij heen fanatiek trainen om de komende weken op diverse plekken in het land hun marathon te voltooien.
Afgelopen juni liep ik voor het eerst een halve marathon. Na weken van voorbereiding zou het de laatste zondag van juni zover zijn. Toen ik echter de vrijdagmiddag ervoor teleurgesteld werd met een email van de organisatie dat wegens hoge temperaturen de halve marathon-afstand niet door zou gaan, begon er na flink balen zich al snel een plan B in mijn hoofd te vormen. Waar kan ik op korte termijn wél mijn halve marathon-debuut gaan lopen?Ik stuitte op de marathon van Sneek.
Korte termijn: morgenavond.
Status: uitverkocht
Missie: vind binnen een paar uur iemand om een starnummer van over te nemen.
Startnummer verkopen
Via Facebook kom ik in contact met Femke die haar startnummer wil verkopen. Hebbes! En nog mooier, ze komt naar de P+R waar pendelbussen ons naar de start zullen brengen. We spreken af dat ze daar het startnummer aan mij zal overhandigen. Bij de marathon van Sneek word je gedropt in Taherne en ren je terug naar het centrum van Sneek.
Ruim op tijd vertrek ik zaterdagmiddag met bijna 30 graden Celsius naar de P+R in Sneek. Een half uur voor de afgesproken tijd krijg ik bericht van Femke; yoehoe ik ben er al hoor! 20 minuten later pingelt mijn telefoon weer; ben je er al bijna? Inmiddels ben ik al een uur onderweg en begin ik me door Femke haar enthousiasme lichtelijk opgejut te voelen. Maar geen stress, want volgens mijn navigatie zal ik er over een paar minuten zijn. Helaas is er een weg afgesloten en blijk ik niet bij de juiste P+R aan te komen. Ik twijfel of ik wel het juiste adres heb ingevoerd en besluit Femke te vragen haar locatie te delen. Een paar minuten later belt ze: „Als je aankomt mag je helemaal doorrijden voorbij het lint. Als ze daar moeilijk doen, mag je mij bellen. Frank regelt het voor je!”
Omdat ik nog niet bij de parkeerplaats ben aangekomen, snap ik er niet veel van. Het begint er in ieder geval op te lijken dat Femke een VIP-behandeling voor mij heeft geregeld. Je moet nu écht opschieten, voegt ze er met nadruk aan toe. Als ik inmiddels nog geen stress had, dan heeft Femke de gave die door de telefoon mijn kant op te duwen.
Andere VIP-behandeling
Als ik uiteindelijk bij de parkeerwachter aan kom, vraag ik of hij Frank heet. „Oh, ben jij Judith?”, vraagt hij. „Je kan gewoon hier op het grasveld parkeren en dan naar de bussen lopen.” Ik heb een vermoeden dat dit niet de VIP-behandeling was die Femke voor ogen had, maar ik besluit de orders van de parkeerwachter in acht te nemen en gewoon netjes aan te sluiten bij de andere auto’s. Als ik de auto geparkeerd heb, bel ik Femke om uit te leggen waar ik nu ben. „Ze hebben je niet goed doorverwezen. Je moet over de brug richting de vlaggen lopen”, vertelt ze kordaat. Maar je moet écht haast maken, want de laatste pendelbus vertrekt bijna.” Vanaf het grasveld blijkt het inderdaad nog ruim 500 meter lopen te zijn naar de pendelbussen. Inmiddels moet ik giga nodig naar het toilet. Al snel komt er een vrouw wapperend met een startnummer in haar hand mij tegemoet. Kan niet missen, Femke ik-regel-het-voor-je, in levende lijve! Ze overhandigt mij het startnummer en dirigeert me door naar de bus. „Je had helemaal tot hier naar de bussen mogen doorrijden, want anders zou je veel te laat zijn.Maar de bus staat er nog, stap maar gauw in en succes hè!” Met nog steeds hoge nood stap ik in de bus en plof neer op een stoel.
Een minuut later duwt een vrijwilliger van de organisatie zijn hoofd door de deur. „Zit Judith in de bus?” Uit beleefdheid rol ik nog net niet met mijn ogen, maar knik beleefd. Ik voel me net een klein kind dat zojuist op de bus is gezet. Femke is meedogenloos en heeft bij het verkopen van haar startnummer blijkbaar een bus-haal-garantie afgegeven. Een paar minuten later vertrekt de bus en licht het scherm van mijn telefoon op. Femke: ‘Veel succes!’ Met een glimlach en samengeknepen billen probeer ik toch wat te ontspannen.
Tweede marathon
Aan de start kan ik nog net naar het toilet en sluit ik helemaal achteraan voor het startschot. Ik zucht; de marathon om aan de start te verschijnen hebben we volbracht. Rest mij nu nog alleen 21,1 km naar Sneek te rennen. Na 1 uur en 49 minuten met Femke op mijn borst te hebben gelopen, passeer ik de finishlijn in het centrum van Sneek. Als ik naderhand bij de Waterpoort een voorbijganger aanschiet of hij een foto van mij wil maken, valt net mijn telefoon uit. Hij oppert om met zijn eigen telefoon een foto te maken en die naar mij toe te sturen. Ik bedank hem hartelijk en vraag even later aan een toeschouwer hoe ik bij het station kom en we maken praatje.
Die nacht kom ik om half 12 eindelijk thuis. Na een verfrissende douche kruip ik met enigszins stramme benen mijn bed in en val ik met een glimlach in slaap. Conclusie: het lopen van een halve marathon is geweldig én de behulpzame mens is nog lang niet uitgestorven!