Wespennest
Ik doe open. Er staat een man voor me met een wit pak aan. Het lijkt op een overall.
Ook zijn hoofd is bedekt. Voor zijn gezicht draagt hij gaas. Zijn ogen kijken me vanachter het rooster aan. Even ben ik van mijn stuk gebracht. Er klinkt een wijsje in mijn hoofd.
„Dit is dus mijn beschermpak”, zegt Stefan.
„Oh ja”, zeg ik, snel stap ik opzij. Stefan loopt via de keuken onze tuin door. Bij de schutting stopt hij, kijkt nog een keer naar het gat in de grond. We hebben een wespennest, daarom heb ik Stefan besteld. Hij had zich al aan ons voorgesteld voordat hij „ik ga even naar mijn auto om mijn pak aan te trekken en het gif klaar te maken, dit kan even duren” zei.
„Ja, het is een flink gat.”
Geen vlieg kwaad doen
„Dus je denkt niet, bellen ze me hiervoor?”, vraag ik, hengelend naar bevestiging.
„Nee, zeker niet. Grondwespen zijn agressiever, helemaal in deze tijd van het jaar.”
„Ik zou wel een foto van je willen maken”, zeg ik. Het klinkt als een oneerbaar voorstel.
„Dat is goed hoor.”
Ik vind Stefan een aardige man. Zo’n man die geen vlieg kwaad doet.
„Ik moet de koningin zien te doden, dan zijn ze nergens meer”, zegt Stefan.
„Ze leven voor de koningin. Als ik haar weet te raken, dan komen er ook geen andere wespen meer op af.”
„De koningin?”, echo ik. „Dat is bij bijen toch net zo?”
„Jazeker. En bij mieren.”
Voor de leider leven
„Kijk”, wijst Stefan, als hij het gif heeft gespoten. Ik kijk van een afstandje toe.
„Nu wordt het even heel druk, ze weten niet wat er gebeurt.”
„Dat is net als bij de Minions“, roep ik over mijn schouder naar zoon (7).
„Die film, weet je nog? Dat ze voor hun leider wilden leven, blij en actief waren. Toen de leider dood was, werden ze somber, hadden ze geen zin meer.”
Zoon knikt. Hij staat op veilige afstand op het terras. Stefan sluit de gifblusser af.
„Over een uur of twee moet de bedrijvigheid een stuk minder worden. Mocht je na een dag of drie nog steeds wespen zien bij het gat, bel me. Dat valt onder de garantie, dan kom ik nog een keer langs.”
Ik knik. „Dag.” „Dag”, zegt Stefan. Ik sluit de deur achter hem.
„Nu weet ik het”, roep ik. „Man on the moon van R.E.M.”
Even later kijken zoon en ik op Youtube.