De tuin

Nicole Smit 2 aug 2023

Buurvrouw Carina wil haar achtertuin opknappen. Althans, ze begint daarmee door een nieuwe omheining te laten plaatsen. Daarom zijn wij, haar vrienden, opgetrommeld om ruimte te creëren bij de tuingrens.

„Het gaat maar om twee meter”, zegt Carina op geruststellende toon. Ze meet met haar handen in het luchtledige om de afstand aan te geven.

Haar goede vriend Paul kijkt kritisch naar de vijver met de zware marmeren fontein, het veld met wild groeiende brandnetels, de hoog opgestapelde stapels stenen, die al jaren voor de ingang liggen te wachten tot ze weer een terras zullen vormen, en de houten ‘vlonders’ die oneven en gevaarlijk tegen de oude schutting aanleunen.

„Moet dit in één avond weggehaald worden?”, vraagt hij ongelovig.

Hachelijk klusje

Carina antwoordt niet, maar reikt ons een setje tuinhandschoenen aan. De vijver bevat geen schoon water, maar slechts modderige drap. Deze moet spijtig genoeg met emmers geleegd worden, aangezien we tot de ontdekking komen dat de pomp niet langer in werking is.

Het is een hachelijk klusje om de overlopende, klotsende emmers half struikelend in de warmte naar de put verderop in de steeg te dirigeren.

De vlonders mogen dan in dubieuze staat verkeren, toch blijkt het helaas onmogelijk om de houten randen zonder kettingzaag te scheiden van de onderkant van de oude schutting.

Tonnie, de beste vriendin van Carina, heeft zich, ondanks alle tegenslag, moedig gestort op de stapels stenen die niet per se weg hoeven, slechts iets verplaatst naar een ander deel van de tuin, want ze worden namelijk absoluut en zonder enige twijfel nog echt ooit eens een terras, aldus Carina.

Ik help even dapper mee. Het zweet parelt op mijn voorhoofd. De huid van mijn vingers voel ik prikken in de handschoenen.

Achter me hoor ik een luid, scherp krassend geluid en ik werp een blik naar opzij. Carina staat met geheven arm en een kettingzaag in de hand klaar om de vlonders te tackelen.

Paul heeft daarnet zonder resultaat met een koevoet staan hakken op de houten schuttingranden en staat er mismoedig bij te kijken.

Nog nooit gezien

„Het lijkt wel een kerkhof”, brengt hij verslagen uit. „Nog nooit heb ik zoiets gezien.”

Takken liggen op een hoop, stenen, onderdelen van de vlonders en de oude schutting. Om later nog bij het grofvuil te zetten.

„Tja, dat wordt wel een klus dan”, merkt Tonnie aarzelend op.

Ik schuif de tuinhandschoenen af omdat ik opnieuw een harde prik voel. Blijkbaar zijn de mieren, bewoners van de stapels stenen, niet zo gelukkig met de ontruiming van hun woonplek.

Carina kijkt tevreden om zich heen. „Nou, kopje koffie dan maar? Volgende week het afval doen?”

„Eh, ja”, mompelen Paul en Tonnie afwezig. „Ik niet”, zeg ik haastig.

„Niet? Waarom niet?” „Ik zit dan in Vladivostok. Toevallig he?”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.