Opvoeden
Direct uit mijn werk haal ik mijn zoon op van de buitenschoolse opvang. We reizen dit keer met het openbaar vervoer. Bij de laatste halte stappen we de tram uit.
Eigenlijk wilde zoon met bus 77 naar huis. Bus 77 rijdt echter om het half uur en was net vertrokken. Bus 74 was ook een optie, maar niet vandaag, vond mijn 5-jarige. Hem overtuigen dat we dan beter met de tram konden reizen was een tijdrovende uitdaging geweest, maar niet zonder succes. Dus staan we op het perron, klaar om naar huis te lopen. „Kom, we gaan deze kant op”, zeg ik.
„Nee, ik wil die kant op”, wijst zoon.
Ik weet dat ze daar aan het bouwen zijn, dat er een groot hek voor het winkelcentrum is geplaatst waardoor we zullen moeten omlopen. Bepakt met mijn rugzak, zijn rugzakje in een hand en een tas met boodschappen in de ander, voel ik hier niet veel voor. „Kom Maarten, deze kant, we kunnen daar niet langs. Dan mag jij mijn pasje scannen.”
Meisje op de rails
Ik geef hem het pasje. Moe maakt dom. Hij loopt ermee weg en smijt het op de rails. Dramatisch sla ik een hand voor mijn mond. Zoon rent weg. Theater voor de mensen in de stilstaande tram die het willen zien. Plotseling springt er een meisje uit de tram die naar zoon toe holt en hem vasthoudt. Op een drafje ren ik naar hen toe, neem hem van haar over.
Het meisje, ik schat haar een jaar of 17, springt op de rails, pakt mijn ov-chipkaart.
„Hier mevrouw alsjeblieft.”
Ze overhandigt me het pasje, klimt soepel op het perron, springt weer in de tram die kort daarna vertrekt. Verbluft kijk ik haar na. Zoon wurmt zich los, rent weer hard weg.
Tijdens het koken probeer ik mijn gevoel van gêne van me af te roeren. Och, dat meisje, zo behulpzaam.
Ik staar in de pan, denk: ‘Wees het moment voor, moe zijn is geen excuus, pick your battles.’ Wijze woorden over opvoeden, die ik ergens heb gelezen.