Tour de Fransje
De Tour de France: ook weer achter de rug. Kijken naar hard fietsende mannetjes die als enig doel hebben om nóg harder te fietsen dan al die andere fietsende mannetjes. Roofbouw op je lichaam plegen om een gele, groene, paarse of bolletjestrui in de wacht te slepen.
Volwassen mannen in van die merkwaardige strakke pakjes die bij 40 graden boven nul een berg op fietsen. En niemand snapt precies waarom, eigenlijk. Ook die fietsers zelf niet. Anders is het niet te verklaren waarom ze dan ineens, als ze eindelijk na uren afzien boven op de berg zijn, meteen weer naar beneden jakkeren.
Alsof de duivel op hun hielen zit, suizen ze met 100 km per uur weer van diezelfde berg naar beneden. Dat ze maar nét kunnen vermijden in een ravijn te denderen, is meer geluk dan wijsheid. Dan moet er toch ergens iets mis zijn gegaan in je leven.
Maar oké, doe vooral wat je leuk vindt. Zelf lig ik al te pitten na een half uur gluren naar dit circus. Jaren geleden had je tenminste nog een commentator als Mart Smeets die je wakker hield. Die lulde over van alles, behalve over fietsen. Want Mart wist ook wel dat als hij serieus een paar uur zou uitweiden over fietsende stripfiguren met namen als Pikachu, Pogačar of hoe ze ook maar heten, zelfs de grootste optimist zou wegzakken in een diepe depressie.
Idiote dag
Dat wist Mart als geen ander te managen. Onder het motto ‘wielrennen is nooit mijn passie geweest’, riep hij dan dingen als: „Dames en heren, misschien zeg ik nu iets heel geks, en ik moet dit zeggen: topsport. Past dat in een sportprogramma?”
„Dames en heren, wat een onwaarschijnlijk idiote dag was het vandaag en, waarde dames en heren, ik zeg het anders, dus dan zeg ik: fietsen. Is dat niet al tot in den treure besproken? Neen!”
Dan bleef je als kijker wel wakker. Dan liep je zelfs de kans om wakker te blijven tot de winnaar bekend was.
En zoals elk jaar ná de Tour rijden ook nu weer, waar je ook kijkt, dikke mannetjes van een jaar of 60 op een dure fiets en spelen met andere mannetjes Tour de Fransje. Scheldend en tierend, schreeuwen deze hobbyende advocaten en makelaars van de lokale Rotaryclub, andere fietsers het fietspad af.
En zo hoort het ook: de Tour wacht op niemand.
De wereld is áf. Niks meer aan doen.