Loedermoeder of luizenmoeder?
De scholen zijn weer begonnen! Je hoeft maar een willekeurig schoolplein op te lopen en de aroma van verse luizenmoeders komt je tegemoet.
Twee van mijn vier kinderen zitten nog op de basisschool. Ze gaan dit jaar naar groep 7 en 8. Ik kan dus wel zeggen dat ik op het gebied van luizenmoeders het een en ander heb meegemaakt.
Zo herinner ik me nog goed dat we aan het begin van een nieuw schooljaar naar een informatieavond gingen van mijn zoon in groep 5. Mijn man en ik stappen, een tweetal minuten te laat, de klas binnen. Het zit bommetje vol en we kunnen met moeite een staanplaats achter in de klas bemachtigen. Natuurlijk worden we nagekeken, we zijn tenslotte wel 2 minuten te laat. De leerkracht doet haar best uit te leggen wat de kinderen dit schooljaar allemaal gaan leren en hoe ze te werk gaat. Ze had haar energie beter kunnen besparen, want zodra ze uitgepraat was en er gelegenheid was voor het stellen van vragen, kwam luizenmoeder aan het woord.
Deze intelligente en zeer urgente vraag brandde waarschijnlijk al een half uur lang op haar lippen want ze was sérieus: of de leerkracht dit jaar van plan was aan de klas te vertellen hoe het écht zat met sinterklaas… want anders wilde ze het haar kind graag zélf vertellen. Toen ik merkte dat ze geen grapje maakte, keek ik twijfelend om mij heen of ik niet per ongeluk de informatieavond van groep 3 was binnengestapt. Dat deze kwestie aan het begin van het nieuwe schooljaar bij meerdere ouders zeer hoog zat op deze nazomeravond in september, was te merken. Vragen over lootjes trekken, surprises en ideeën over het Sinterklaasfeest gingen over en weer. De schoolklas met ouders was binnen no time in rep in roer.
Verschillende luizenmoeders
En zo heb ik de afgelopen jaren nog vele verschillende luizenmoeders ontmoet; de perfect-alles-voor-elkaar moeders, de klagende moeders, de ik-wil-dolgraag-klassenmoeder-worden moeders, de roddelende moeders, de altijd bezorgde moeders, de overactieve hulpmoeders.
Soms bekruipt me het gevoel dat deze moeders mij stiekem een loedermoeder vinden. Ik ben namelijk de altijd-2 minuten-te laat-moeder. Ik ben zo’n moeder die door een andere moeder op haar vingers getikt wordt omdat ze in maart nog niet het zomervakantie-afscheidscadeautje voor de juf heeft geregeld. Een moeder waarvan haar kind met twee verschillende sokken op school komt. Zo een die per ongeluk het proefwerk van haar dochter bij het oud papier heeft gemikt. Een moeder die liever geniet van een lange dag rust als haar kinderen op schoolreisje zijn in plaats van dat ze het een eer vindt om in een pretpark achter vijf stuiterende kinderen aan te lopen die binnen 10 minuten hun zak snoep achter de kiezen hebben.
Maar, als ik terugdenk aan de afgelopen jaren, moet ik toegeven dat het luizenmoeder syndroom mij toch ook niet gehéél onbekend voor komt. Bijvoorbeeld toen ik dat gehaaide meisje uit de klas spreekwoordelijk wel haar nek kon omdraaien, omdat ze voor de zoveelste keer mijn dochter overstuur had gemaakt door weer iets lelijks te zeggen. Of die keer dat mijn zoon teleurgesteld thuiskwam omdat er een aantal bestanden tijdens zijn spreekbeurt niet geopend konden worden. Terwijl ik de leerkracht nog gevraagd had om op tijd te controleren of alles werkte… Grrr. Of neem nou die keer toen ik de juf voor schooltijd een berichtje stuurde omdat mijn zoontje toch echt heel zielig was omdat hij het zo spannend vond om voor de eerst keer met bril naar school te komen.
Niet de vraag óf…
Als we eerlijk zijn schuilt er dan vroeg of laat niet achter elke moeder een klein luizenmoedertje? Misschien is de vraag niet of we een luizenmoeder zijn, maar wát de trigger is dat ze in je naar boven komt. Want als jij je niet af en toe druk maakt over het welzijn van je kind, wie doet het dan voor ze? Heeft niet elk kind recht op zo’n lief, enigszins irritant en bemoeizuchtig luizenmoedertje dat af en toe, als zij het nodig acht, op haar strepen gaat staan voor haar kroost?
Dus met die gedachten zwaai ik mijn kinderen van 10 en 11 uit die vandaag weer voor het eerst naar school gaan. Zal ik écht niet met ze meefietsen? Nee, ze kunnen het zelf. Word maar groot. Dat luizenmoedertje in mij houdt zich voorlopig nog even koest. Maar ze zal dit jaar vast wel een keer tevoorschijn komen, als het nodig is. En dan is ze van harte welkom!
Judith Dijkstra, moeder van drie tieners (14, 11, 10 jaar) en een dreumes (1).