Hulphond

Sjaak Euser 1 aug 2023

Dat ik dus wazig zie. Zeker als ik net onder de vette lappen vandaan kom. Het getergde lijf moet dan even wennen aan andere omstandigheden. Dat lukt redelijk, want Oefening Baart Kunst, zei ma altijd. OBK.

Het gelijknamige clubgebouw (‘OBK Gebouw’) van die muziekvereniging vind je aan de Ring 216 in mijn geboortedorp Pernis, gemeente Rotterdam. Dat terzijde.

Na enkele minuten is de biologische en fysieke klok gelijkgezet: 07.10 uur. Zin in koffie en een broodje van buurtbakker Slijkerman. De ochtendplas. Een aantal pillen, pilletjes en wat er nog meer aan apotheek-gerelateerde zooi in de medicijnen-inloopkast ligt of staat, schreeuwt om inname. Opdat ik daarna minder last heb van alles. Van pijnlijke voeten, dunner wordend haar („Pap, er moet meer stro op je dak!” En bedankt weer), de stramme knieën. Maar standje zeuren en zeiken negeren. Ik wil op positiviteit zitten. Waarom ben ik zo vroeg op? Oh ja. Op herhaling moet/mag ik. Op herhaling, qua oogarts. Door diabetes 2 zijn ook adertjes in de ogen beschadigd.

Gaten vullen

„Maandagmorgen is er nog een gaatje, meneer Euser.” Jezusmina, op m’n ruim 60ste mag ik gaten vullen. De teloorgang lijkt niet te stuiten. Ik lach erom, maar ben ik ook blij? 08.20 tikt de Noordwest-Ziekenhuisgroep-locatie-Den-Helder-klok aan. Een elektronisch hoogstandje laat weten dat ik word verwacht. De wachtkamer is redelijk gevuld. Hoofdzakelijk senioren van dik in de 80. Een oud mannetje, met ogen zo groot als een gevulde koek van mijn buurtbakker, lijkt de weg nog niet te weten. Knijpt z’n ogen dicht. Ineens is ie weg. Hinkend als een mank veulentje. Moet dus bij een orthopeed zijn, zeg ik tegen zwager J., chauffeur van dienst. Plots racet een oude dame met een rollator (een zwarte Trust Care Lets Go Out, nieuwprijs 293 euro, met diverse opties) de wachtruimte in. Ze herkent een collegadame van vroeger: „Hee Stijn! Joh, lang niet gezien.” „Meiiiiiiid!”, zingt Stijn blij verrast. Beiden vliegen elkaar om de rimpelige nekjes. De plots stuurloze Trust Care Lets Go Out (zie ik daar nu een cd-wisselaar?) draait om z’n as en ramt bijna het nét terugkerende manke veulentje. De conversatie van de dames is tot in de stilteruimte drie verdiepingen hoger te volgen.

Poffen

Een struise assistente roept mij binnen. Ze gaat oogmetingen en zo doen. „U krijgt nu een pofje wind op de ogen.” Nou, zeg dat wel, nondedju. Nieuw woord geleerd: pofje. Ik mag weer in de wachtruimte plaatsnemen. De ogen gepoft. Het wachten is een vrije versie van Wachten op Godot van Samuel Beckett. De oogarts, een look-alike van Aad Suttorp, de bekende kok die furore maakte bij de marine, noemt mijn naam. Ik krijg een klamme hand. „Goedemorgen.” Nou, dat zullen we nog wel eens zien. Want ja, voor dat ‘zien’ ben ik immers hier? De arts doet zijn werk en concludeert dat ‘t linkeroog niet optimaal functioneert. Joh! Het zusje aan de andere kant is dik in orde. Linkeroog moet opnieuw drie keer worden geïnjecteerd, ten einde vocht te laten verdwijnen. Kak. Weer die horde te nemen. Een injectie in de ogen. „Tot ziens”, zegt Aad. Blijft apart: ‘tot ziens’ horen zeggen door een oogarts. Hoopgevend ook.

Wanneer zwager J. vraagt of de oogspecialist een oplossing heeft aangedragen, vechten onderbuikgevoelens en cynisme om voorrang en ja hoor, daar is ie: „Hij adviseert een hulphond.”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.