Zomaar een boom
Als ik de dag na storm Poly mijn ochtendwandeling weer maak, ligt Haarlem verscholen onder een berg halve bomen. Ik ruik overal vers blad en de beschadigingen aan de gevels in de inmiddels beroemde straat zijn provisorisch afgeplakt. De zon schijnt.
Hoe anders was dat nog geen vierentwintig uur eerder.
Wanneer ik wakker word controleer ik toch even of ik niet kan lopen. Er was regen voorspeld, maar voorspellingen vallen nog wel eens mee en ik vind het zonde wanneer ik mijn lange streak van ochtendwandelingen om geen reden zou onderbreken. Ik zie echter dat het hooguit een half uur droog blijft en besluit dat het geen zin heeft.
De werkdag begint en het weer wordt steeds slechter. Op straat zie ik chaotische taferelen omdat nog meer ouders dan normaal hun kinderen met de auto naar school brengen. Wanneer twee auto’s bijna botsen ben ik blij dat die van mij pas later op school hoeft te zijn en ik niet in de verleiding kom haar te brengen. Even later meldt school dat de toetsen zijn afgelast.
‘Echt heftig’
Het bericht wordt in eerste instantie niet door iedereen geloofd. „Het is echt heftig hoor. Ik heb dit nog nooit meegemaakt. Het hele huist trilt”, reageer ik daarop. Op de bovenverdieping waaien ramen open, omdat ik ze gewoon niet goed had dicht gedaan. Ik en dit huis waren duidelijk niet goed voorbereid op een storm.
En dan zie ik ineens dat er voor het huis een 143-jarige boom is omgewaaid. Ik schrik, want normaliter parkeer ik de auto daar waar die boom nu ligt. Dit keer zomaar niet. Het voelt als spektakel voor de deur en een soort opwinding maakt zich van mij meester die door het latere NL-Alert nog wordt versterkt. Ik maak snel een foto en deel hem in verschillende apps met de vraag of iedereen veilig is. De dagen daarna krijg ik nog appjes van verschillende mensen die vragen hoe het mij is vergaan. Iedereen krijgt de inmiddels in stukken gezaagde boom retour met de tekst dat ik mijn auto daar normaal parkeer.
Maar bij elk bericht dat ik stuur voel ik mij ongemakkelijker. Elke keer dat ik de woorden uitspreek, klinkt mijn verhaal onbenulliger. Want, wij hebben geen schade. Punt. Waarom moet dat net-niet verhaal er dan elke keer bij. Het doet het echte slachtoffer geen recht. Op een ochtend lees ik hoe Angela de Jong BN’ers in haar column beticht van aandachttrekkerij met al hun net-niet schade berichten op de socials. Er staat zelfs een voorbeeld van een bericht over een net-niet geplette auto. Ik voel me aangesproken. De storm ben ik zonder kleerscheuren doorgekomen, maar die ochtend kreeg ik alsnog de wind van voren.