‘Fransje redt, Fransje redt, alle mensen opgelet’

Han Maas 25 jul 2023

Twee slecht presterende clubs fuseren. Althans, dat zal er uiteindelijk van komen. De voorzitter van de ene club ziet groen van ellende. Hij moet wel fuseren, ook het laatste klavertje vier uit het dorre gras zal hem niet naar het Torentje helpen. Maar kunstgras is niet groen.

Hij moet flink wat water bij de havermoutmelk doen, waar hij niets meer in te brokkelen heeft. Nog voordat de competitie begint, is er al strijd, goed binnen de bestuurskamer gehouden: wie levert de voorzitter? De clubs hebben hun eigen aanhang, met eigen uitgangspunten, met eigen belangen die men ook wel eigenbelang of salonsocialisme noemt.

Dus liegt die voorzitter dat hij geen voorzitter van de fusieclub wil worden. En de beoogde voorzitter van de andere club liegt ook: de mastodont is niet beschikbaar, maar al onderweg naar Den Haag en weer terug naar huis om zijn koffers te pakken. Hij zal wel een appartement huren in Scheveningen, om geheel naar Europese gewoonte dit samen met niet-gemaakte kilometers te declareren. Als minister-president gaat hij er flink op achteruit, want wat van Europese miljoenen afgaat, komt er niet gauw meer bij in Nederland. Maar hij doet het uit landsbelang: ’Fransje redt, Fransje redt, alle mensen opgelet…’

Rode rozen uitdelen is er niet meer bij voor deze ijdeltuit. Narcissen zullen het worden.

„Waar gaan we heen, meneer Timmermans?” – zijn nieuwe chauffeur haalt hem op uit zijn stamkroeg ergens in het zuiden van het land en zet hem in het pluche. Wat een klimaatverpestende biomassale lucht: de airco mag niet aan, de zuurstofmaskers springen uit het dashboard. „Ja, dat vraag ik me ook vaak af, chauffeur – zijn dat zuurstofmaskers? Zie je nou wel, ik vergis me nooit en „voordat ik een fout maak, maak ik die niet”. Deze uitspraak heeft die andere Verlosser van mij gejat.”

„Nee, ik bedoel waar moet ik heen rijden, meneer Timmermans?”
„O, naar huis. Hier is het adres… Houd het geheim hoor. Kijk eens chauffeur… Nederland is een prachtig land. Toch?”
„Dat zegt Rutte ook altijd. Maar ja, die vertrouw ik evenmin. Voordat je het weet volgt hij u op in Brussel.”
„Eh… ja, maar kijk nou eens: dat verlichte kantoor; veel mensen zijn nog laat aan het werk. Dat is toch prachtig?”
„Dat gebouw staat leeg, meneer Timmermans. Het mag niet verbouwd worden tot woningen, vanwege stikstof.”
„Die mensen daar zijn nog aan het winkelen. Wat een rij…! Allemaal mogelijk in dit mooie rijke land.”
„Dat is de voedselbank, meneer Timmermans.”
„Hier linksaf.”
„Rechts of links, wat maakt het uit – woont u tijdelijk in een hotel?”
„Nee, dit is mijn huis.”
„Een hoop kamers. Waarom slapen mensen dan in die tentjes in uw tuin?”
„Nee, daar slapen mijn kleinkinderen in. Vinden ze leuk. Alleen als het mooi weer is, natuurlijk.”
„En die bomenrij, een kwekerij voor de biomassa?”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.