Down is het nieuwe up
Ik zit in mijn eentje in een park, terwijl ik niet gevraagd word om me in te voegen in het circulerende tafeltennisgezelschap. Ik zou op zich duidelijker kunnen maken dat ik dat wil natuurlijk, maar ik heb ook al geen baan. Noem het ijdelheid, maar expliciet maken dat ik hier tijd voor heb, vind ik toch wat ver gaan.
Vorige week, op mijn eerste vrije ochtend in maanden, keek ik naar de herhaling van de ietwat wazige openingsceremonie van de Special Olympics. Zoveel ongeremde blijdschap kon mijn ongeremde wokeness blijkbaar niet aan, tenminste, niet zonder traan. God, wat wilden die mensen alles graag.
Leuke brug
Komend schooljaar word ik leraar Nederlands en rekenen op een VMBO. Ik ben nog niet officieel aangenomen, maar dat moet haast wel. Tijdens mijn sollicitatiegesprek gister was ik de enige man en ik was belachelijk aan. Hun mondhoeken, ik zat tegenover een drietal, schoten wel even omhoog toen ik ze enthousiast vertelde hoe mijn ideale lesuur eruit zag, als antwoord op een vraag. „Dat *iedereen* meedoet en dat ze er nog over napraten terwijl ze de klas uitlopen”, eindigde ik mijn antwoord met ogen groter dan dat weekend tijdens trancefeestje Mystic Garden. „Nou!”, reageerde de meest felle van de dames, maar vervolgens hield ze haar lippen even op elkaar. Ze keek weg en draaide haar kin, terwijl ik me afvroeg of ik in mijn antwoord misschien te ver was gegaan.
Dangerous Minds*
Ik had die vraag niet voorbereid, maar uit de losse pols het standaard ‘witte docent redt zwarte kindjes-verhaal’* heel progressief omgedraaid. Woke in het kwadraat, zeg maar. Ze ademde diep in, terwijl de ongestylede haartjes boven haar ogen een rimpel in haar voorhoofd maakten. Toen haar lippen weer van elkaar gingen bewogen de andere dames en ik alledrie naar voren. „Eh…”, ging de ‘tante’ verder. „Dat zou inderdaad heel mooi zijn, ja…” Ze zuchtte zachtjes, terwijl nu ook háár ogen groter werden. Mijn wangen bolden, want ook ik kon weer ademen. Er volgden nog wat vragen over en weer, maar in feite was ik toen wel klaar. Op de fietstocht terug was het mijn beurt om te fronsen. Ik herinnerde me hoe het principe achter mijn antwoord, het idee van het geven van de ideale les, mij in het begin van mijn leven altijd in de weg had gestaan. Mijn moeder heeft dik duizend keer haar nek verrekt door mijn constante „kijk mam, nu gaat ie goed!” Mijn reactie op de vraag waar ik trots op was, bleef tot een paar jaar geleden dan ook standaard leeg, want ik had nog nooit iets helemaal perfect gedaan.
We zijn er bijna
Ik ben nog steeds niet gevraagd om de andere mannen van tafel te slaan, maar het is ok. De laatste jaren doe ik in ‘het echte leven’ juist steeds vaker mee. De afgelopen tijd voel ik mij zelfs weer sterk genoeg om te werken aan visie voorbij het einde van de maand. Dat is ook waarom ik in september aan mijn vijfde zelfgekozen deeltijdopleiding begin. Dit keer word ik leraar. Misschien kan ik binnenkort zelfs genieten van minuscule momentjes die de perfectie benaderen. Zo deed ik gisterochtend bijvoorbeeld, zeer onverwachts, maar toch precies op tijd de televisie aan. Door mijn scherm schuifelden duizenden lachende downies en ik heb glimlachend best hard zitten janken. Meedoen is nou eenmaal belangrijker dan perfect zijn, dus let op twijfelachtig gemotiveerde VMBO-ers, ik kom eraan!!