Wind tegen

Monique Louis 16 jun 2023

„Mama, ik kan er makkelijk op fietsen, alleen je zadel staat te hoog.” Zoon, 11, heeft zelf een prima fiets. Het liefst zou hij ruilen.

Ik weet een leuk onderwerp voor aan tafel, zei hij onlangs. Verwachtingsvol hadden we hem aangekeken. Ik wil een nieuwe fiets, sprak hij stellig. Laten we het ‘gazellig’ houden, zei hij nog. We lachten. Hij zag het als een aanmoediging maar zijn ouders waren onverbiddelijk.

De hele weg hebben we tegenwind. Zoon gooit om de paar kilometer zijn fiets in het gras, slaat zijn armen over elkaar, kijkt stuurs en zegt dat hij er nu echt mee stopt.

„Jij houdt het nog het beste vol”, hijg ik, voel aan mijn natte rug.

„Je wil toch niet verliezen van je moeder?”

„Ik kan het wel, maar vind het saai.”

„Saai?”, echoot zijn vader, hij gebaart demonstratief om zich heen.

Dan stapt zoon toch maar weer op en gaat er als een speer van door. Hij fietst staand.

„Misschien moet je gewoon blijven zitten”, adviseer ik hem. Mijn hoofd gloeit van de inspanning.

„Blijf jij maar lekker zitten hoor, mama”, zegt hij spottend.

Na een aantal kilometers houdt hij het weer voor gezien. Weer smijt hij zijn fiets in de berm. Ik wijs naar het bordje. „Krijg je daar een ijsje.”

Terug, racet zoon weg. Straks lekker voetballen of naar het springkussen, daar is hij tenminste onder gelijkgestemden. Hij rijdt een heel stuk voor ons uit. Ik denk aan de brugklas. Nog een paar weken.

We fietsen de laatste kilometers op een heuvelachtige pad met wind mee. De tegenliggers werken hard. Sommigen kijken alsof ze moeten poepen of in snikken willen uitbarsten. Anderen hebben hun fietslamp aan staan. Wat zijn dat voor mensen?

‘s Avonds fietsen we naar het dorp.

„Pangkoekehuus. Grappig”, reageert zoon, „hier wil ik naar binnen.”
Ik wijs naar twee bordjes aan de muur: ‘pas op het opstapje’ en ‘pas op het afstapje’. Ze hangen nog geen dertig centimeter van elkaar.

„Als je dan nog op je smoel gaat”, zegt man.

Op de terugweg zie ik een vaag licht in de struiken.

„Jongens, brandt mijn voorlamp?”

Al fietsend draait zoon zich naar me om.

„Al dagen, hoezo?”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.