Bloemendaal – vooroordelen

Han Maas 12 jun 2023

Bloemendaal aan Zee, dat ken ik nog wel van vroeger, waar je toen al dik moest betalen om bij Parnassia je Peugeotje veilig tussen een vette BMW en een corpulente Mercedes te parkeren. Maar het eigenlijke dorp? Daar had ik nooit iets te zoeken. Tot afgelopen donderdag.

In het openluchttheater Caprera is ’s avonds een concert van Venice. Nee, geen band uit Italië, maar uit Amerika: Venice-Californië.

‘U staat hier’ lees ik op het bord bij het station. Een bus rijdt er niet in dit dorp naar Caprera. Het is mooi weer, dat scheelt, maar hoe moet dat nou terug, vanavond laat?
De toch al smalle trottoirs, worden nog smaller door half op de stoep geparkeerde brede SUV’s. Dat kan ook niet anders als de twee opritten al bezet zijn door de van oud geld betaalde gloednieuwe Audi’s van pa en ma. Ze zijn dus thuis, maar niemand te zien in de prachtige tuin aan wie ik de weg kan vragen. Dat probeer ik te doen bij een, uiteraard, elektrische Bloemendaalse. Maar zij is absoluut niet van plan om van haar fiets af te stappen en kijkt mij vuil aan, alsof ik uit ter Apel kom, terwijl ik mijn winterwit nog niet ben kwijtgeraakt.

Nee, ik mag geen vooroordelen hebben, misschien is ze wel laat en moet ze Fleur of Roderick van de hockey halen. Of is het moeilijk afstappen met een broekrok aan? En niet alle Bloemendalers laten zich uit op een manier zoals we hebben kunnen zien en horen afgelopen week. Dat had ik echt niet verwacht, want je kunt toch ook netjes bekakt zijn? Maar laten we eerlijk zijn, niemand zit te wachten op asielzoekers. Zeker niet in Bloemendaal, daar is geen vertier behalve een concert in het moeilijk te bereiken Caprera. En als er geen bussen rijden, hoe bied je asielzoekers dan een beetje afleiding als ze niet eens met een buschauffeur een beetje kunnen sparren, zoals in de buurt van ter Apel?

Door het slecht verlichte Bloemendaal – hoeft niet, er gebeurt toch niets – loop ik na het concert naar het station. De sprinter van de NS met het trage karakter van een stoptrein, brengt me naar de sprinter op het Centraal Station in Amsterdam. Die staat stil. Een Duitse jongen – ja, dat hoor je nu eenmaal – heeft ‘fuck you’ tegen een conductrice gezegd, omdat hij met zijn fiets dit treinstel niet in mag. Politie erbij. De jongen smijt kwaad zijn fiets op het perron. Als we eindelijk rijden zegt de conductrice door de omroepinstallatie dat ze zich niet uit laat schelden door passagiers. Ja. En? Wat heb ik daarmee te maken? Ik ben geen Duitser die ‘fuck you’ zegt.

Ik loop weer door mijn gedimd verlichte, ooit zo rustige buurt, die overstroomd wordt met overlast veroorzakende studenten – nee, niet allemaal uit Bloemendaal. Langs de woningen van statushouders, die hun tijd doden met het vergokken van hun leefgeld door allerlei loten bij Albert Heijn te kopen met hun dure smartphones – nee, niet allemaal.

Maar dat mag je niet zeggen. Niet in Bloemendaal en ook niet in Amsterdam.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.