Wat is de impact van onze europese macht
Afgelopen week zat ik in een koffiehuis te genieten van de plaatselijke koffie. Mijn man en ik zijn nu twee maanden in Tunesië. Een land waar in de Europese berichtgeving vooral gesproken wordt over de grote vluchtelingenstroom van Afrika naar Europa. Met gammele bootjes wordt de overtocht gewaagd, waarbij veel opvarenden omkomen.
Een Tunesische vriend komt aanlopen, terwijl ik van mijn koffie nip. Ik heb hem eerder in dit koffiehuis gesproken tijdens een kaartspelletje. Hij pakte zijn luit erbij en al snel komen er meer vrienden. De ene pakt zijn cajong, de ander zijn telefoon voor de songtekst. Gezamenlijk zingen ze en lachen we. Wat is het hier gemakkelijk om nieuwe vriendschappen te maken.
De keerzijde van dit alles is dat deze vrienden hardwerkende Tunesische studenten zijn. Ze doen hard hun best met het werk en hun studie. Hun ogen zijn gericht op Europa. Facebook en Instagram zijn hier hot. Het beeld dat ze hebben van Europa is dat het daar vrij is. Je er een goed bestaansrecht hebt. Nederland is het land van vrijheid, sex, drugs en alcohol. Volgens hen rook ook ik vast elke dag een joint of twee, loop ik altijd naakt rond en vloeit de wijn rijkelijk.
Gelukkig hebben ze mij de afgelopen maand op een andere manier leren kennen. Het voelt of ik één van hen ben geworden tijdens het zingen en koffie drinken. Ze zijn vrienden die direct klaar staan als ik ze nodig heb of gewoon om wat tijd samen door te brengen en spelletjes te spelen. Dit gebeurt gewoon spontaan. Een appje met ‘Wat ga je doen vanavond?’ En: ‘We zien elkaar.’ Nieuwe onbekenden schuiven aan en de groep wordt steeds groter. Elke avond opnieuw. Waarom kan dit in Nederland niet? Waarom is het gros daar op zichzelf en/of te druk?
Hervormingen zijn nodig
Momenteel is de Tunesische economie een economie met een lage toegevoegde waarde. Met name in de industrie doen lokale of internationale bedrijven hun zaken omdat het werkaanbod overvloedig is en de werknemers vaak over-gekwalificeerd en goedkoop.
Het ontwikkelingsmodel dat Tunesië nu nog steeds gebruikt, was succesvol in de jaren 70 en 90. Maar helaas is het nu echt buiten adem. Er zijn hervormingen nodig om in waarde te laten stijgen, maar die zijn tot nu toe nog steeds niet doorgevoerd. Dit alles komt mogelijk door de politieke instabiliteit. Zo vertelt een vriend dat hij inmiddels werkt voor een Chinese telefoonmaatschappij. De maatschappij gebruikt hem om zo nieuwe vestigingen in Tunesië te kunnen openen en de Tunesiërs aan een smartphone te helpen. Grote bedrijven vestigen zich hier en betalen hier lage salarissen. 600 a 1000 dinar in de maand is veel. Omgerekend is dat nog geen 335 euro. De kosten voor huur zijn ongeveer 400 tot 800 dinar. Het minimumloon dekt de kosten van werknemers niet, daarom zijn er sociale verschijnselen. Zo bestaat er ook een rapport van de Wereldbank dat ongeveer tien jaar geleden uitkwam met de titel Onvoltooide Revolutie. Het beschrijft de economische uitdagingen van Tunesië goed. Sindsdien is de situatie niet verbeterd. De economische crisis is zichtbaarder en erger geworden. Mensen kiezen daarom voor een gedeelde kamer in hetzelfde appartement, en immigratie. Dit alles gebeurt legaal en illegaal. Het is duidelijk dat de grote bedrijven hier geld willen maken, maar waar niet?
Maar terug naar het beeld van Europa. Het continent waar mijn vrienden zich verder willen ontwikkelen. Het werk en loon is daar beter. Maar is dat echt zo?
Een andere vriend vertelt dat hij voor zijn buitenlandse stage graag naar Frankrijk of Nederland zou willen. Dat gaat niet vanzelf. Het probleem zit hem in de visums. Alle ambassades werken met tijdsloten en alleen via dit soort boekingssystemen. Daar kun je je online voor inschrijven en dan heb je vervolgens een gesprek om een visum te regelen. Het is een goed systeem. Als het zou werken. Helaas worden al deze tijdsloten volgeboekt door malafide tussenhandelaren, mensen die ze doorverkopen. Hierdoor is er geen plek meer voor mijn vriend om een visum aan te vragen. Dit resulteert erin dat je geen visum meer kunt krijgen in Tunesië voor Europese landen, zeggen de vrienden. Als ik hierop zeg dat dit oneerlijk is en dat de Europese ambassades zich moeten verantwoorden, wordt er naar de grond gestaard. Dit verhaal is al jaren bekend en er gebeurt niks. Net als dat er soms bewust koffie of suiker wordt achtergehouden door leveranciers die geld willen verdienen of politieke macht willen afdwingen. Ik krijg er kippenvel van.
Helpen mee aan het probleem
Goede en nette burgers die hard werken worden benadeeld door machthebbende geld wolven. Waarom hoor ik hier onze Nederlandse en Europese politici niet over praten? Nee, het is stil. En doen we hier niet indirect aan mee. Door het land geld toe te schuiven om de vluchtelingenstroom te stoppen? Zo blijft het probleem dan toch bestaan? Of zie ik het verkeerd?
De Zuid-Afrikaanse vluchtelingen die naar Tunesië komen en de Tunesiërs zelf, die willen vluchten omdat de basis leefcondities niet goed zijn en sommigen zelfs bang zijn voor hun eigen veiligheid. Het is rampzalig. Er geld in pompen bij de rijkere families gaat niets oplossen. Want uit de gesprekken blijkt dat het Europese geld terecht komt bij veel rijkere families dan de gewone arbeider. Maar tegelijkertijd denk ik: wat helpt wel?
Er moet toch wel een oplossing zijn vanuit ICT om dit te voorkomen? Alle grenzen open? Vrijheid en werkgelegenheid wereldwijd voor iedereen?
Na het zingen van de volgende nummers vraag ik mijn vrienden hoe zij het zien. Alle vrienden zeggen dat het aanpakken van corruptie en het verbeteren van sociale basisvoorzieningen het belangrijkste is. Iedereen moet kunnen leven zoals hij /zij echt wil. „We zijn allemaal wereldburger”, zegt iemand. „Laat ons dan ook reizen en geef ons bestaansrecht.” We gaan weer verder met muziek maken en spelletjes spelen. Ik betaal de drankjes en geef extra fooi.
Als ik later in de taxi zit besef ik dat ik hetzelfde doe als de grote bedrijven en de Europese Unie. Ik betaal ‘even’ alles en alle problemen zijn weg. Of heb ik het mis? We hebben voor de volgende dag weer afgesproken.