De nieuwe Pensioenwet van Bad City
„Een jonge klare graag. Weet je wat, zet er maar een pilsje naast. Nu kan het nog.” „Hoezo Jaap, je bent toch niet ziek?” „Nee, ik heb last van Bad City.”
In al die jaren heeft hij heel wat meegemaakt. Ontelbare brede elastiekjes die de dekseltjes van zijn broodtrommeltjes op hun plaats hielden, zijn geknapt. Totdat die vervangen moesten worden doordat ze in zijn tas – naast de appel en de ochtendkrant – door de snelbinders waren gekraakt.
Talloze knijpers die zijn broekspijpen op de fiets beschermden tegen de ketting. Bij hevige regen met de tram, die hij van kleur heeft zien veranderen: blauw, grijs, geel en ten slotte allerlei kleuren. Stapeltje van links naar rechts; zijn werk was altijd af.
Gesolliciteerd na de mulo, antecedentenonderzoek en een vaste betrekking tot aan zijn pensioen.
Zijn eerste Daf 44 en later zelfs 66. Een vrouw die altijd thuis was, geen crèche voor zijn kinderen. Ieder jaar ontving hij zijn pensioenoverzicht met die utopische ingangsdatum. Er stond een berekening op waarvan hij niets begreep. Onder de streep viel het bedrag tegen, maar ja, door jaren te betalen pensioenpremie zou het stijgen. En met het ‘geld van Drees’ moest hij er toch van rond kunnen komen. Het overzicht borg hij netjes op in de ouderwetse ordner, die op het laatst net zo piepte als zijn knieën.
Maar de utopische datum werd nog utopischer: mensen leven langer, gokt Bad City, dus moeten later met pensioen gaan. De VUT is afgeschaft – waar is de ingelegde premie gebleven? Dat werd dus doorwerken tot na zijn zevenenzestigste als lid van de net-nietgeneratie. Maar ook dat was hem niet gegund doordat hij boventallig werd verklaard. Pensioenpremie werd niet doorbetaald.
„Ben je al met pensioen, Jaap?”
„Over ruim een jaar.”
„Geniet ervan, zou ik zeggen. Heb je gokschulden?”
„Ik?!”
Vroeger deed hij met de voetbalpoule mee. Dertien wedstrijden voorspellen op een formuliertje met carbonpapier ertussen. Dat bracht hij naar zijn sigarenzaak als hij zijn wekelijkse rokertje ging halen. Een deel van het inleggeld kwam ook nog ten goede aan zijn voetbalclub. Maar gokken…? Ben je belazerd. Hij heeft nooit één gulden schuld gehad. Nou ja, wel een hypotheek.
„Ja, je had het over BetCity zojuist.”
„Den Haag. Ik zal niet klagen, sommige mensen hebben alleen maar een AOW’tje. Maar dat betekent nog niet dat ze met mijn poen moeten gaan gokken. ‘Je eigen pensioenpotje’. Ammehoela. Een rustige oude dag wordt een onrustige, onzekere. Dan heb ik het nog niet eens over die angstaanjagende spotjes van de overheid met hun kansberekening van welke ziekte je nu weer kunt krijgen – van dat pingelende muziekje erbij krijg ik al de zenuwen. Onrust, dat veroorzaken ze. Morgen stemt de Eerste Kamer over de nieuwe Pensioenwet, die niet voor hen en die andere jokers uit Den Haag geldt. Snap je dat nou? – schenk nog een keer in en neem zelf ook wat. En die Rosenmöller stemt ook mee, terwijl hij belangen heeft bij een pensioenfonds. Stel maar alvast een enquêtecommissie samen, voor het volgende schandaal na Groningen en de toeslagenaffaire.’