Glijbaan
Het was weer eens zover: er werd om een bewijs van mijn mannelijkheid gevraagd. En dat kan ik dan nooit vinden. Mijn vriendin, mijn dochter en ik waren in een zwembad. Geen gewoon zwembad, maar één met gigantische glijbanen, waar je in een band met wel 40 kilometer per uur vanaf ging.
Hoewel er beweerd wordt dat mannen nooit volwassen worden, is het toch mijn vriendin die er dan zo nodig vanaf moet. Ik bleef bij mijn dochter.
„Het is echt heel gaaf!”, riep ze enthousiast toen ze terugkwam. „Jij moet ook gaan!” Daar had ik helemaal geen zin in, want ik heb altijd pech. Zal je zien dat ik een lekke band krijg of een bekeuring wegens glijden zonder licht. „Toon eens wat mannelijkheid, er kan echt niets gebeuren, kinderen gaan er ook vanaf!”, riep mijn vriendin toen ik geen aanstalten maakte om uit het bubbelbad te komen.
Ja, dat heb ik vaker gehoord. Ik herinner mij nog ‘de compleet veilige achtbaan’ waar de sensor van de beugel niet detecteerde dat ie al tegen mijn middenrif aan zat en maar bleef doorduwen. Daardoor zat ik de hele rit alsof ik een korset droeg. Dan is het lastig gillen.
Klagen en stoplicht
Met tegenzin sjouwde ik de band omhoog de trappen op. Onderweg haalde ik een mokkende vader in, die in zijn eentje een familieband voor een andere glijbaan omhoog sjouwde, terwijl zijn kinderen liepen te klagen dat al die trappen zo zwaar waren. Eenmaal boven ging ik op de glijbaan in de band zitten en wachtte tot het stoplicht groen werd. Zal je zien dat degene na mij het stoplicht negeert en bovenop mij klapt.
Al gauw ging ik erg hard en werden de bochten vrij scherp. Tot ik op een recht stuk kwam en nog achterover hing van het bochtenwerk. Daardoor viel ik met band en al achterover. Ik kwam stil te liggen en ging weer rechtop zitten. De band lag vijf meter boven mij, dichtbij maar onbereikbaar.
Ik dacht aan degene na mij die nu potentieel met 40 kilometer per uur op mij af denderde en roeide voor mijn leven naar beneden. Eenmaal in het opvangbad zwom ik snel naar de kant. „Ehm, ik viel uit de band, die zit nog in de glijbaan”, zei ik tegen de badjuffrouw. „Ja, dat zagen we al op de schermen”, mopperde ze. „De band is door de stroming zijwaarts gaan staan en blokkeert nu de hele glijbaan. We hebben de attractie stilgelegd en moeten iemand laten komen om hem weg te halen.”
„En, was je nog mans genoeg om de glijbaan aan te kunnen?”, vroeg mijn vriendin spottend toen ik terugkwam. „De vraag moet eigenlijk zijn”, antwoordde ik, „of de glijbaan wel mans genoeg was om mij aan te kunnen.”