Het niet-in-controle-huishouden
Uitgeput van een zware 15 minuten fietstocht en twee trappen opgelopen ben ik thuis. Ik zet mijn tas op de stoel en leg de boodschappen op een volbezaaide tafel.
Mijn vermoeide, uitgeputte blik veranderde in verbaasdheid toen ik opkeek naar de ravage om mij heen. Na een diepe zucht en met mijn laatste resterende energie plof ik op de bank, pak mijn telefoon en scrol door mijn instagramfeed. Proberen niet te zien wat ik zojuist zag, voel ik de opgelopen vaat, volbezaaide tafel en het te volle wasrek naar me staren. Tijdens het scrollen dwalen mijn gedachten af: “Hoe is het zo uit de hand gelopen?”
Dit had ik vanochtend natuurlijk al gezien, als ik dat had willen zien.
Helaas is ochtend niet mijn beste vriend. De ochtend is er altijd te vroeg. Het liefst wil ik nog één à twee keer omdraaien, even uitrekken, drie keer puffen en dan als de wekker gaat, het bed uitstappen. Het tegendeel is waar. Net voordat de wekker gaat, val ik in slaap en met kreunende geluiden stap ik uit bed. Met dichtgetimmerde ogen haal ik mijn yoghurt uit de koelkast, pak ik een kom en zet die op zojuist vrij geveegde stuk aanrechtblad om zo rustig mijn ontbijt op te eten. Mijn lichaam is nog niet klaar om de ravage tot me te nemen.
Ik kleed me om, doe mijn lenzen in en ben ready to go! Je zou denken dat de net ingezette lenzen zorgen voor het bewust zien van de ramp die zich in de woon- en eetkamer afspeelt, maar niets is minder waar. Met een scherpe bocht loop ik naar beneden toe en wordt er geen seconde over de schouder gekeken.
Hoe kan het dat sommige mensen het allemaal zo goed op orde hebben? Vrienden die één of meerdere huisdieren verzorgen, huis verbouwen of kopen, in verwachting zijn of al een kind hebben en misschien wel het meest burgerlijke van allemaal; die aan weekboodschappen doen. Hoe kan iemand het leven zo erg in controle hebben, terwijl ik niet eens een aanrechtblad voor vijf minuten opgeruimd houd. Bij mij is het altijd de vraag of er voldoende wc-papier is, wat ik wil eten heeft al enige tijd de houdbaarheidsdatum gepasseerd en als ik denk dat het niet op voorraad is, staan er nog drie pakken.
Langzaam kruip ik in bed naast mijn schone wasgoed en stel ik mezelf het doel om morgen écht op te gaan ruimen. Stiekem hoop ik dat de kabouters komen om alles op te ruimen en zo langzaam mijn leven ook in controle komt. Laten we het hopen.