De man met het petje
Twaalf jaar was ik en woonde in het bosrijke Doorn, in een eenvoudig straatje met links en rechts rijtjeshuizen. Vrijwel dagelijks liep er een man bij ons door de straat. Het was een oudere man van Marokkaanse afkomst. Hij droeg altijd een lange, beige regenjas én, dat was wel opmerkelijk, hij beschikte over slechts één arm. ‘Maar hij is wel heel vriendelijk hoor’. Dat zei mijn moeder een keer toen zij en ik naar buiten keken en zagen hoe de man door onze straat liep. Voor de rest was er niets bijzonders aan. Hij liep naar alle waarschijnlijkheid ergens heen en kwam naar ik aanneem ook ergens vandaan. Zo gaat dat met mensen die wandelen.
Het beeld van de eenarmige vriendelijke man schoot mij te binnen toen ik vanmiddag zelf over straat liep. Niet in Doorn maar in een ander dorpje met eveneens links en rechts rijtjeshuizen. Het is weliswaar 40 jaar later maar nog steeds zie ik dat mensen opkijken als er iemand door hun straatje loopt. Wie loopt daar door onze straat, lees ik op hun voorhoofd. Het antwoord kan ik zelf geven. Het is eigenlijk een doodnormale man die door de straat loopt en van de frisse buitenlucht geniet. ‘Daar heb je die man met dat petje weer, mama’, roept een jongetje uit een huis waarvan de voordeur half open staat.
Dat klopt, het jongetje heeft gelijk. Deze man draagt een petje om zo zijn nogal kale kop een beetje tegen de kou te beschermen. Na mijn dagelijkse wandeling denk ik aan het jongetje dat mij nu dus kent als de man met het petje. Wie weet loopt hij over 40 jaar ergens over straat en denkt dan opeens aan die man met dat petje. Ik ben benieuwd wat hij dan doet. Zou hij net als ik de gebeurtenis aan het papier toevertrouwen en het zelfs in zijn hoofd halen het online gepubliceerd te krijgen? Of bestaat internet dan al lang niet meer? Dat vraag ik me af als ik thuiskom en mijn petje afdoe.