A happy ending story?
De laatste maanden neem ik in de stedelijke bibliotheek uitsluitend waargebeurde romans uit de rekken. Vandaag is het 25 jaar geleden dat ik poëzie en proza begon te schrijven en plots word ik mij ervan bewust dat ik al die tijd in een comfortzone vertoefde. Want nu ik deze, veelal tragische, waargebeurde romans lees, besef ik dat ik enkel luxeproblemen heb.
Zo las ik over een jonge Joodse vader die zijn gezin verloor in een concentratiekamp, maar die ondanks de haat van de nazi’s, bleef geloven in de goedheid van de mens. Ook ontroerde het verhaal van een jonge Amerikaanse atlete die door een terroristische aanslag in de luchthaven van Zaventem vreselijk en zelfs levensbedreigend werd toegetakeld, mij zeer. Zij was ooit een Olympische zwemkampioene en nu moest zij ineens loodzwaar revalideren. En ja, er was ook dat dikke zwarte boek dat getuigde over een helse Iraanse gevangenis waarin twee sterke jonge christelijke vrouwen een lange lijdensweg ondergingen vanwege hun idealen. Na hun vrijlating konden ze nipt ontsnappen met een vliegtuig, naar veiliger oorden.
Ook heel bijzonder is het verhaal van een zevenjarig Syrisch meisje dat doodsbang is voor de bommen waarmee het regime de huizen van onschuldige burgers treft. Dat meisje heeft plots een lumineus idee: ze plaatst op Twitter zelfgemaakte foto’s van de wantoestanden in haar land. Zo krijgt zij vele buitenlandse ministers in beweging en dwingt zo de luid ronkende bommenwerpers en tanks tot een wapenstilstand. Haar autobiografie werd een bestseller.
De allerwreedste roman las ik echter vorige week, na enkele pagina’s gaven mijn hooggevoelige hersencellen het lezen bijna op. Een Noorse vrouw met drie kinderen, waaronder een baby, moest in 1942 zien te overleven in een Jappenkamp samen met duizenden andere lotgenoten. Haar oudste dochter kon deze traumatische gebeurtenis pas vijftig jaar later op papier zetten.
En ik bedenk: ‘Kent het Levensverhaal ook een Happy Ending?’
Dat bepaalt alleen de grote Schrijver himself.