Wij zijn nodig
Tien jaar voordat ik werd geboren, mochten vrouwen nog worden ontslagen vanwege hun zwangerschap. Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen bracht daar aan het begin van de jaren tachtig verandering in.
Dit zogeheten VN-Vrouwenverdrag was een broodnodige en mooie eerste stap om de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt te versterken, maar in de praktijk blijkt dat vrouwen nog vaak genoodzaakt zijn om een beroep te doen op dit verdrag.
Toen ik een paar weken zwanger was van mijn eerste kind, kreeg ik ook een aanbod voor een vast contract. Ik hoefde alleen nog maar een handtekening te zetten om mijn gebleken geschiktheid te bezegelen. Enkele weken later kondigde ik mijn zwangerschap aan. De felicitaties op mijn prille zwangerschap waren welgemeend, maar in de weken tussen het contractaanbod en mijn zwangerschapsaankondiging, verkeerde mijn werkgever ‘plotseling’ in zwaar weer. Er moest bezuinigd worden en ik kon fluiten naar mijn vaste contract, maar als ik „na mijn verlof weer gezond en wel terug zou komen, zou ik een vast contract krijgen”. Gezond en wel weer terug op de werkvloer? Hier gingen mijn ogen even van rollen, want bij mijn weten is een zwangerschap geen ziekte.
Twee stappen harder zetten
Discriminatie van zwangere vrouwen en jonge moeders gebeurt nog steeds te vaak. Soms ook onbewust en misschien niet eens met nare intenties, maar juist daarom moet het benoemd worden. Van flauwe grapjes bij de koffieautomaat tot het geven van kulargumenten wanneer het gaat om het aanbieden van contracten of promotie: „Een team dat als problematisch bestempeld wordt omdat de leden de ene baby na de anderen ‘werpen’, een hardwerkende moeder geen vast contract willen geven omdat ‘jonge moeders nou eenmaal sneller op instorten staan’, een vrouw die als ‘zwak’ wordt gezien omdat ze eerlijk aangeeft het soms zwaar te vinden om alle ballen in de lucht te houden.”
Deze argumenten heb ik in mijn eigen omgeving gehoord, dan wel zelf aan den lijve ondervonden. Moeder zijn maakt me niet zwak en een werkende moeder ís geen risico voor een organisatie, integendeel. Juist omdat ik moeder ben, bewaak ik mijn eigen grenzen goed en kan ik beter prioriteiten stellen. Ook voel ik me zorgzamer dan ooit en is mijn verantwoordelijkheidsgevoel gegroeid. Ik zou het inderdaad heel erg vinden om in te storten. Niet voor mijn werkgever, maar voor mezelf en mijn gezin. Werken maakt mij overigens wél een leukere moeder en andersom maakt moeder zijn me een dankbare en loyale werkneemster. Een win-winsituatie in mijn optiek.
Werk en moederschap an sich geven me geen stress, maar wel het idee dat vrouwen op carrièregebied nog regelmatig twee stappen harder moeten zetten dan mannen. Vroeger kon je nog prima van één salaris een huis kopen en een gezin onderhouden, nu niet meer. Wij zijn dus heel hard nodig. En we verdienen meer.