Griep
Te lang doorgegaan, niet naar m’n lijf geluisterd
Het gaf jou de kans en die greep je aan
De waarschuwing werd me nog ingefluisterd
Helaas, nu aan bed gekluisterd
Hoofdpijn, koorts, m’n kop zit vol
Ik ging over m’n grenzen en betaal nu de tol
Te weinig in het nu, te veel in m’n bol
Oude patronen keren terug
Ik probeer ze te ontwijken maar ze zijn me te vlug
Nu neemt de griep me mee,
heeft me in haar macht
en toont me het duister, met name in de nacht
Het zwarte monster, het enge beest
Ik vecht ertegen, ken het te goed
en weet waarmee het zich voedt…
wat voor nare dingen het met me doet
de koorts en gebrek aan weerstand
geven het monster de macht
en mijn gezonde verstand
verliest steeds meer aan kracht
In het donker, in de nacht
pakt het me beet en zegt zacht:
zie je niet in? Het heeft geen zin
je te verzetten
je weet dat ik dit gevecht win.
Dan is het gebeurd,
zomaar ineens
alles negatief en zwart
Het overvalt me hard
en maakt me verward
bang ook vooral
voor een terugval
Terug naar de tijden
van angsten en lijden
opnieuw moeten strijden
mezelf weer bevrijden
Daarom schrijf ik dit neer
en vergeet het niet meer
‘t is maar een enkele keer
dat de griep dit met mij doet
En als de koorts verdwijnt
gaat het duister weg tot de zon weer schijnt
en ik m’n stralende Zelf weer ontmoet.