Winterblues met schuimkraag te lijf?
Om de winterdip uit te kruipen kan je een vette bek halen. En wegspoelen met een goudgele rakker. In deze periode is het moeilijk om weerstand te bieden aan zoetigheden, frituur en alcoholische geneugten. Sommigen zoeken hun heil in een pilletje of een flinke joint. Blowing in the wind.
Sombere gedachten verdrijven met frisse lucht opsnuiven is gezonder. Buitenkansje, het was het weekend van de Nationale Vogeltelling. Met papier, potlood en zwarte koffie ging ik in de tuin aan de slag om vogels te spotten. Een half uur later… Ik had een eenzame merel gespot op de gemeenschappelijke schutting. Telt die nou mee, of niet? Een gevalletje voor De Rijdende Rechter. Ik werd er niet vrolijk van.
Gedesillusioneerd een nummer van The Doors opgezet: Waiting for the sun. Ik herinnerde mij een voorval uit mijn kleurrijke leven. Mijn vriend en ik stonden te wachten op het perron van het Amstelstation. Het had flink gesneeuwd. De trein denderde binnen. Verspreidde een lichtshow van sneeuw. Mijn geliefde, die net LSD had weggeslikt, zag The Sunshine Express binnenrijden. Een moment van euforie. Hij kon de trein wel kussen. Ik heb hem tegengehouden. Ik werd daar niet bepaald vrolijk van.
Goed in de olie
In die tijd woonde ik op een schip. Gasolie-kachels brandden dag en nacht op de hoogste stand. Aan brandstof geen gebrek. Mijn vriend was olieboer en reed in de winter op zijn tankwagen. Dus we zaten goed in de olie. Hijzelf trouwens ook. Eén brok vrolijkheid. Op een ochtend werd ik wakker onder een dekbed van stuifsneeuw. De sneeuwstorm had dwars door de kozijnen heengeblazen. De aardappels, flesjes gezichtsreiniger en biertjes waren stijf bevroren. Onze poes was in katerstemming. Er lag een aangevreten diepvrieskonijn van haar op het dek.
Momenteel vernikkelen veel mensen van de kou thuis. Dat gaat niet in je koude kleren zitten. Het raakt tot op de botten. Vanuit het warme bed je voeten op de ijzige vloer. Je handen vriezen vast aan de deurkruk. Onderkoeld trek je je kleding aan na een poedelbeurt met fris water. Een driedubbel gebreide onderbroek, geitenwollen sokken, een ijsmuts op, behaaglijk wordt het niet. En een vrolijke boel al helemaal niet.
De vogeltelling bracht gelukkig licht in mijn duisternis. De Helleborus en Skimmia staan volop in bloei. De sneeuwklokjes kondigen voorzichtig de lente aan. Nog snel een paar bitterballen frituren. Daarna zwaai ik de Winterblues uit.