Het kunstbeen

Bert Plomp 26 feb 2023

Ooit heb ik in de zestiger jaren op de rommelmarkt in Utrecht een volledige soldatenplunje met kistjes aangeschaft. Hierbij kreeg ik diverse Duitse militaire onderscheidingen, zoals ‘het eikenloof en zwaarden’, op de koop toe.

Met een zeker doel voor ogen, kocht ik dezelfde dag elders op de markt nog een kunstbeen met volledige ‘tuigage’.

In een mallotige bui heb ik me vervolgens op een drukke zaterdagmorgen, gehuld in mijn oorlogsplunje en met een aangesnoerd kunstbeen, in het centrum van Utrecht begeven. Op de Stadhuisbrug, naast de ingang van het stadhuis, heb ik me tegen een muur opgesteld. Voor mij op het trottoir, had ik een omgekeerde helm geplaatst met wat geld erin.

Mij was het toen al bekend dat mensen eerder geneigd zijn wat geld te offeren indien anderen hen zijn voorgegaan. Ook dat, indien er papiergeld in zit, mensen dan bereid zijn een wat groter offer te brengen. Dat fenomeen heb ik ooit opgemerkt toen ik op heel jonge leeftijd, gedwongen weliswaar, nog een kerk bezocht. Aldaar zag ik dat de collectant reeds wat rijksdaalders en papiergeld aan de collectezak toevertrouwde, alvorens hij zijn rondje aanving. Met deze wetenschap had ik wat Duitse bankbiljetten op de bodem van de helm geplaatst. Biljetten die voor het einde van de oorlog al niets waard waren, laat staan na de oorlog op het Paardenveld.

Zielig kijken

Om twee redenen had ik voorts mijn trouwe viervoeter Teddy meegenomen. Hij werd geposteerd direct naast de helm. Teddy was een Chow Chow hond. Dat is een keeshond-achtige poolhond met ietwat treurige ogen. Hij was uitermate geschikt voor de job. Teddy kon namelijk niet alleen zielig kijken, hij kon ook, wanneer de situatie daarom vroeg, flink van zich af bijten. Om het geheel compleet te maken, had ik mijn mondharmonica meegenomen en speelde ik onafgebroken het oorlogsdeuntje van Lili Marlene.

Tot mijn grote verrassing liep de helm binnen een paar uur tijd behoorlijk vol. Het belang van Teddy’s aanwezigheid nam derhalve met de minuut toe. Toen ik dacht dat het zo wel genoeg was, moest ik zonder de aandacht te trekken de kuierlatten zien te nemen. Ik moest me onopvallend ontdoen van mijn prothese. Toen ik daarin bijna geslaagd was en aanstalten maakte de inhoud van mijn helm in mijn zak te stoppen, zag Teddy plotseling wel been in mijn prothese. Met het kunstbeen tussen zijn machtige kaken geklemd, ging hij er als een haas vandoor. Hij rende de Oude Gracht op richting Camera-bioscoop. Snel borg ik nu het geld veilig op. Want ja, in die tijd had je ook al individuen die het niet zo nauw namen met andermans zuurverdiende centjes.

Verontwaardigde blikken

Als de wiedeweerga spoedde ik mij achter mijn voormalige assistent aan. Al spurtend over de gracht, ontmoette ik her en der verontwaardigde blikken van mensen. Mensen die mij niet lang daarvoor op de Stadhuisbrug nog menslievend bedeeld hadden. Toen ik ter hoogte van de Bezembrug arriveerde en Teddy op de hielen zat, verkoos hij het de trap naar beneden te nemen en de werf op te gaan.Eenmaal beneden aangeland, met mij in zijn kielzog, sprong die dondersteen tot overmaat van ramp met prothese en al in  de gracht en zette als een speedboot koers richting overkant. Hoewel Teddy snel zwom, was ik via de brug vrijwel gelijk met hem aan de andere kant van de gracht. Aldaar moest ik hem uit het water vissen omdat de kade te hoog voor hem was. Teddy kwam weliswaar ongeschonden op het droge maar liet van schrik zijn buit in het water vallen.
Bij deze reddingsoperatie werd ik eveneens drijfnat en verloor bovendien enkele van mijn waardevolle onderscheidingen.

Op de plek waar ik Teddy opviste, bevond zich mijn favoriete beatkelder The Cavern. Via de toegangsdeur van deze kelder drongen de klanken naar buiten door van Drinking on my bed van Rob Hoeke. Deinend op de tonen van deze song, zag ik mijn lucratieve kunstbeen wegdrijven. Meegevoerd door het kabbelende grachtenwater en uiteindelijk verzwindend aan de horizon onder de Stadhuisbrug.

Eenmaal veilig en wel aan wal, schudde Teddy zich nog eens flink uit. Hij was nu weer zo goed als droog en begon enthousiast te kwispelen. Hij keek me vrolijk aan met een uitdrukking op zijn koppie van ‘zo baas, wat gaan we vandaag verder nog doen?’. Voor mij zat er niets anders op dan me samen met Teddy huiswaarts te spoeden en een droog burgerkloffie aan te trekken. Al met al was het toch een geslaagde militaire operatie.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.