Pedofilie – de niet geschreven column
Of ik een column kan schrijven over pedofilie? Ja, dat kan ik wel, maar wil ik dat ook? Als ik me kwaad maak en direct schrijf, kan dat bedreigend overkomen. Schrijf ik wat meer ‘tussen de regels in’, dan word ik misschien bedreigend niet begrepen.
Geef ik een toelichting dat ieder weldenkend mens pedofilie verafschuwt, dan hoef ik het net zo goed niet te schrijven: met voor- en herkauwen kun je de lezer, die jou mogelijk wél heeft begrepen, minachten. Wat ik overigens nooit doe, maar je weet maar nooit als dat zo en bedreigend wordt geïnterpreteerd. Nee, dank je wel.
„Stelletje homofielen!” Dat meende een voetbaltrainer tegen jochies te moeten zeggen, ergens in de jaren 70. Ook in deze andere tijd accepteerden wij dat niet en stapten naar het bestuur. Hij had het zo niet bedoeld. Hoe dan wel weet ik niet, maar hij kon vertrekken. „Zeikerdjes”, zo noemde een andere trainer van een Amsterdamse club voetballers die niet hard genoeg waren of zeurden. Hij kwam ermee weg.
In 1975 persifleert John Cleese in de Fawlty Towers-aflevering The Germans (‘don’t mention the war, I mentioned it once, but I think I got away with it’), het racisme van de Britse elite, maar werd daar jaren later zelf van beschuldigd. Cleese zegt dat als mensen te stom zijn om dat te begrijpen, hij niets te zeggen heeft. Toch komt hij (eindelijk!) terug met zijn maatschappelijke spiegel.
André van Duin en Youp van ’t Hek hebben het erover achter in een ouderwetse taxi (André die zelf wordt ‘afgedreigd’). Op de achterbank is humor humor. Het maakt niet uit of Youp rechts en André links in de taxi zit, als je er maar om kunt lachen; de kijker bepaalt het beeld. De dingen die je niet meer mag zeggen, zegt Youp gewoon. Het zijn grapjes om zelf te interpreteren. Hij lacht met André om ‘de Dikke en de Dunne’, zoals Laurel en Hardy nog steeds worden genoemd en niet ‘de persoon van wat meer gewicht’ en ‘de persoon van wat minder gewicht’ – wat op zich ook humor is.
Een column schrijven over een fictief verhaal met als onderwerp pedofilie? Nee, ik kijk wel uit. Vraag me niet waarom. Het is mijn recht, mijn vrijheid niet te vertellen waarom ik mijn recht op vrijheid van meningsuiting niet gebruik, maar juist gebruikmaak van mijn recht om dat niet te doen. Nadenken, dat doe ik wel, dat zou geen recht, maar een plicht moeten zijn.