De nalatenschap van het leenstelsel
Ik heb een e-mail ontvangen van DUO. De studiebeurs wordt heringevoerd. Studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd krijgen een tegemoetkoming. Ik had de neiging iets tegen mijn scherm aan te gooien.
De frustratie van financiële afhankelijkheid en gebroken beloftes. Maar goed, ik kan mijn portie pech tenminste afschuiven. De échte pech heeft de zoon van de man die had moeten profiteren van het ‘sociaal’ leenstelsel. De echte pech heeft de zoon van de bakker.
Stel je voor: drie jaar voor de millenniumwisseling wordt de bakkerszoon geboren. Ouders met een verzamelinkomen dat nét boven de grens ligt voor een aanvullende beurs, maar die toch geen euro kunnen missen. Met een studie in bijvoorbeeld Utrecht op het oog, waar hij wordt opgezadeld met een schandalig hoge kamerhuur die in de zakken verdwijnt van een advocaat die het uitknijpen van wanhopige studenten als een acceptabele bijverdienste beschouwt. Zie dan nog maar onder een lening uit te komen; daar is geen bijbaan tegen opgewassen.
Zwart gat
En als de bakkerszoon klaar is met zijn studie en een mooie baan heeft gescoord? Met die studieschuld krijgt hij nooit een hypotheek, dus blijft hij zitten waar hij zit en wordt hij nog wat verder uitgeknepen. Zijn studieschuld (met rente) en huur zijn een zwart gat waar het geld in verdwijnt. Een vicieuze cirkel van financiële ellende. En, o ja, zijn belastinggeld wordt uitgegeven om de volgende generatie de steun te leveren die hijzelf niet heeft mogen ontvangen.
Ondertussen scrolt de dochter van de advocaat op Funda. Geld verschijnt voor haar uit het niets. Ze heeft vooruitzicht op een flinke hypotheek met de hulp van haar moeder.
De zoon van de bakker betaalt voor het huis van de dochter van de advocaat. Ziehier, de nalatenschap van het leenstelsel.