Zomaar een logo
Toen ik afgelopen week op een ochtend voor mijn klerenkast stond voelde ik een intens verlangen om eens iets anders aan te doen dan één van die vier wollen truien waartussen ik deze winter in woon.
Ik zag mijn blauwe hoodie hangen en had meteen zin om hem na lange tijd weer te dragen, toen ik mij bedacht dat ik die ochtend een vergadering zou hebben; een online vergadering met veel onbekenden over een grote storing. Ik twijfelde of die hoodie wel kon in deze setting. Niet omdat hij niet netjes genoeg was, maar omdat er kennelijk een prikkelende tekst op staat.
Toen ik mijn moeder had helpen verhuizen beloonde ik mijzelf op haar kosten met dit kledingstuk. Ik was al een tijd op zoek naar een leuke, comfortabele hoodie en lette nu wat minder op de prijs. De sweater was een schot in de roos: hij was simpel, mooi donkerblauw en niet te saai door de grote, witte print van het merk op de voorkant. Een dag later had ik hem in huis en showde ik hem trots aan de familie.
De baas spelen
„He baas!”
„Heb je ambities?”
„Jij wil zeker stiekem de baas spelen?”
„We have a BOSS in tha house”
Het bleef niet bij opmerkingen uit familiaire hoek. Er volgde een voor mij onnavolgbare stroom aan reacties die ik uitlokte wanneer ik mijn mooie, blauwe hoodie van het merk BOSS droeg. Ik was elke keer volledig verrast. Bij de aankoop had ik er geen milliseconde aan gedacht, maar blijkbaar waren de witte blokletters tijdens online vergaderingen te pontificaal in beeld. Er was in ieder geval geen enkele collega die het logo kon negeren. En ook al probeerde ik mij er niets van aan te trekken, toch nam het draagplezier af en hing hij nu alweer een tijd werkeloos in de kast. Zonde!
En dus besloot ik die ochtend mijn mooie, blauwe hoodie weer eens uit de kast te halen. Tijdens de vergadering koos ik er voor om toch (en alleen) een doekje te winden om de print, want ik ben mijn gevoeligheid voor mogelijke reacties nog niet de BOSS.