In het huis der onverschilligen
De liefdeloosheid heeft bij monde van woonminister Hugo de Jonge nu ook zijn intrede gedaan in de politiek. Alsof dat daar iets nieuws is. Alhoewel de term onverschilligheid hen beter past. Het lijkt erop dat het velen daar geen ene reet kan schelen hoe het de mensen, en dan met name hen die aan de rand van de samenleving balanceren, vergaat.
„Ik heb er de energie niet meer voor.” Het was een uitspraak van een moeder die niet meer wist hoe ze de touwtjes aan elkaar moest knopen en met tranen in haar ogen het schoolplein verliet. Ze had net haar kinderen afgeleverd en moest melden dat ze niet hadden ontbeten en geen lunchtrommel bij zich hadden. Of ze al bij de gemeente had aangeklopt, had de leerkracht nog gevraagd. „Ja”, was het antwoord, „in het huis der onverschilligen ben ik al een paar keer geweest, maar het is mij nog niet gelukt om door alle brandende hoepels heen te springen”.
Energiearmoede treft zo’n 550.000 huishoudens volgens TNO, waarbij het in 30 procent van de gevallen om gezinnen met kinderen gaat. Het is triest dat er zoveel financiële stress ontstaat dat er geen energie meer overblijft om de ouder te zijn die je wilt zijn.
Hoe moeilijk is het om het inkomen- en uitgavepatroon met elkaar te vergelijken en als (plaatselijke) overheid te hulp te schieten als daar noodzaak toe lijkt. Met slimme meters kunnen ze er direct bovenop zitten. Maar ja, dat mag niet van de wet op de privacy. Ik moet ineens denken aan Willem Elsschot, tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Ons bureaucratisch stelsel en het overgeorganiseerde sociale veld maakt dat elke menselijke hulp op ingewikkelde regels stukloopt, of dat het zo lang duurt dat het kwaad al lang en breed geschied is. Voorbeelden te over.
Gek hè, dat vertrouwen in de politiek terugloopt
Maar als je als consument moet betalen, dan mag ineens alles. Mijn belastingformulier hoef ik niet meer in te vullen, dat heeft de belastingdienst al gedaan. Voor de vorm mag ik het alleen nog even controleren. Ze weten precies wat mijn inkomen is, hoe hoog mijn hypotheek is, hoeveel rente ik heb betaald, wat de WOZ-waarde is, voor hoeveel geld ik mijn huis heb gekocht, wat er op mijn bankrekening staat en of ik alle nota’s wel netjes betaal. En als ik dat laatste niet heb gedaan, dan wacht mij een BKR-registratie. Ik hoef alleen mijn giften nog maar op te geven.
Gek hè, dat het vertrouwen in de overheid terugloopt, zelfs met de hulp die ze dan wel verlenen, -zoals bijvoorbeeld het energieprijsplafond- weten ze nog allerlei addertjes onder het gras te verstoppen. Als je de jaarlijkse energienota op 1 januari ontvangt, ben je een spekkoper. Ontvang je deze op bijvoorbeeld 1 april, dan ben je al snel het haasje. Ga je over de eerste drie (nog winterkoude) maanden door je plafond heen, dan mag je dat niet compenseren met de maanden na 1 april, als je er dan wel onder blijft.
Of als je een volledig elektrische warmtepomp hebt en daarom een bovengemiddeld stroomverbruik. Het prijsplafond voor stroom is dan lang niet toereikend, je gaat hard door het plafond heen en betaalt gewoon de hoofdprijs, zonder compensatie voor het feit dat je geen gebruik maakt van het gas waardoor dus dat plafond buiten schot blijft.
Het voelt alsof je in de kroeg zit en vooral jij de rondjes geeft, en als je wat terugkrijgt is het een glaasje lauw water.