Gooi en Vechtstreek
Carnaval is leuk, prachtig, gezellig, noem maar op. Alleen niet als je alleen bent en ook niet als je letterlijk in het feestgedruis woont.
Dus heb ik besloten om die dagen elders door te brengen, niet ver van de in de titel genoemde regio, niet ver van dat dorp waarnaar de weg doodloopt in het beton en ook niet ver van dat dorp waar ze in Parijs een station naar vernoemd hebben. Terwijl de rest van onze provincie vooral gein aan het trappen was, trapte ik vooral kilometers weg, niet ver van de rivier de Gein; het onverwachte voordeel van een OV-fiets.
Op de eerste dag was duidelijk dat ik mij niet wilde overleveren aan de vloek van de farao’s. Aan mijn lijf geen piramidespel. Op mijn lijf wel af en toe het water van 3711, het postcodegebied van Austerlitz. In mijn lijf wel een pannenkoek omdat het brein van dat lijf erachter was gekomen waarom dat etablissement ‘Bergzicht’heet, met nadruk op die eerste lettergreep.
Wereld achter prikkeldraad
Op de tweede dag bleek, anders dan Rob de Nijs beweerde in dat ene liedje, de weg naar Soesterberg niet meer dood te lopen in het beton. De tocht ging verder en eindigde uiteindelijk bij een wereld achter prikkeldraad. Privéterrein en een fietsverbod. Teleurstelling maakte zich van mij meester. Wellicht dat dat kasteel op dat landgoed daarom wel ‘Pijnenburg’ heet. Via Lage Vuursche kom ik uit bij een wegwijzer, bijna twee mijl ten oosten van die grote stad. Anders dan in het door Herman van Veen bezongen tijdvak waarin werd gezongen en gefloten in de straat, bleek Hilversum 3 toch echt wel te bestaan.
Inderdaad, ook in Hilversum: alle goede dingen in drieën. De derde dag brengt mij naar het zuiden van Laren, waar de eerste ANWB-paddenstoel van ons land is geplaatst. De statige huizen en de Bussumerheide worden ingeruild voor de Hilversumse verkeersjungle. Het rijgedrag van mijn medeweggebruikers is bepaald niet iets om over te zingen en te fluiten in de straat. Ik realiseer me nu hoe die regio in de titel aan zijn naam is gekomen: er wordt geknokt tegen de elementen en met geld gesmeten, niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde.
Het is nu woensdagochtend. Carnaval is voorbij. Regio Lampegat is niet anders dan regio Hilversum: er is met bier gegooid en om aandacht gevochten. Iets met straten die onder water staan, volgens mij. Dik mag niet meer, maar blank is kennelijk wel oké. Terwijl we ons druk maken over een mogelijk einde van het literaire carnaval, is er iemand van plan van de wereld een Gooi- en Vechtstreek te maken. Iets met bommen en een oorlog waar heel veel poet in gaat. Onvermijdelijk moet ik weer denken aan paddenstoel nr. 1… daar in Japan, 1945… en aan Johnny Soldaat die de weg naar vrede niet vindt, omdat vrede de weg is…