Duster

Arianne Fennema 3 feb 2023

Het is zondag. Vandaag ben ik vrij, ik hoef deze ochtend ook niet met de hond, die is met mijn man mee. Mijn puberzoon is naar voetbal.

Ik zit in mijn duster voor de tv. ‘Duster’ schijnt een ouderwets woord te zijn. Als ik aan mijn zoon bijvoorbeeld zou vragen of mijn duster in de slaapkamer ligt, zou hij zeggen: „Je wat?” Volgens hem noem je het badjas.

Mijn duster is behalve ouderwets ook heel kinderachtig, vindt hij. Mijn duster is roze, met getekende poezenkopjes.

Als mijn zoon en man straks thuiskomen, maak ik soep. Uit blik. Ik warm straks soep op voor ze.

Ik kijk twee zenders tegelijk. Op de ene zijn we in Varanasi, India, een heilige plek waar men de doden verbrandt aan de oever van de Ganges. Op de andere zender kiezen we een huis uit. Een jong stel geeft een makelaar carte blanche, samen met 4 ton en hun wensenlijstje. De makelaar schudt zijn hoofd; met dat geld kun je niet veel beginnen.

In Varanasi zijn we nu bij de lokale gids – een jonge vrouw – thuis. Ze deelt haar huis met zestien familieleden, ouders, grootouders en ooms en tantes. Ze laat in de keuken een klein tempeltje zien, haar oom haalt dagelijks een kan water uit de Ganges om te offeren aan de goden uit deze mini-tempel.

Misprijzend

De makelaar heeft goddank een huis gevonden. Wel vertelt hij dat het wensenlijstje flink ingekort moest worden. We lopen door het aangekochte huis, eerst naar de keuken. Ik zie een keurige, nieuw ogende, keuken in een zogezegde landelijke stijl, met wit glanzende paneeldeurtjes. Het stel kijkt misprijzend.

Ik denk aan mijn eigen keuken, tien jaar terug geplaatst door de woningbouwvereniging, omdat het beige/bruine exemplaar uit de jaren ’70 aan vervanging toe was.

Vanaf de dag van de installatie van dit nieuwe keukenblok, zat onder in het pannenkastje een stuk spaanplaat los, waardoor pannen konden verdwijnen tussen de achterwand en de onderkant. Ze terugvinden was lastig en soms onmogelijk, je moest plat op de grond gaan liggen om met één arm lang gestrekt te voelen in het open gat, zonder je arm open te halen aan een uit stekende schroef.

In Varanasi vertelt de gids dat ze haar tante als moeder ziet. Haar echte moeder staat ernaast en glimt van trots. Ze staan gedrieën in de miniatuurkeuken het avondmaal te bereiden voor de hele familie.

Het jonge stel laat zich ondertussen informeren bij een keukengigant die alles weet over ingebouwde afzuigconstructies. Dat werkt veel beter dan een afzuigkap.

Mouw van mijn duster

De telefoon gaat. Het is mijn man, hij komt zo naar huis. Ik herinner me het blik soep en snel de keuken in om deze op te zetten. Ik kan de pan niet vinden en buig naar beneden in het keukenkastje. Ik zie niks.

Ik lig op de grond in de keuken en stroop de mouw van mijn duster op, ik strek mijn arm – die ik zo lang mogelijk maak – voorzichtig in het donkere gat.

Ik hoor de voordeur opengaan, ik hoor stemmen die ik niet herken. Mijn zoon komt thuis met onbekende stemmen.

De keukendeur gaat open, ik zie drie grote jongens staan, die vanuit mijn perspectief nog langer lijken dan ze al zijn.

Mijn zoon kijkt vol afgrijzen naar mij en mompelt binnensmonds met rode kaken: „Dit is mijn moeder.”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.