Broeken
Sinds lang dragen mensen broeken, eerst alleen de mannen, maar sinds de emancipatie in de vorige eeuw is het ook een kledingstuk voor vrouwen. Marlene Dietrich in annelijk rokkostuum was toen zeer gewaagd!
Hoe grappig is de ontwikkeling van de broek. We herinneren ons de ‘plus-four’, bijgenaamd ‘drollenvanger’, en de ‘knickerbocker’, een soortgelijk lachlust opwekkend produkt.
Mijn grootvader en vader hadden een textielfabriek waar de dames onderbroek model ‘8’ het grootste succesnumer was. Dat was een ruimvallende onderbroek, die gedragen werd over een gewone onderbroek, om de bovenbenen warm te houden, toen die nog bloot waren in de tijd van de jarratels. De uitvinding van de panty maakte een einde aan het succesverhaal.
Betalen voor een scheur
Je hebt lange en korte broeken. De lange voor mannen kent vele verschijningsvormen. Waren ze eerst wijdvallend en voorzien van bandplooi, gevolgd door strak van boven en wijdvallend van onderen, naar zeer strak nu, waarbij een flinke scheur noodzakelijk wordt om de gewrichten te kunnen bewegen. Mijn moeder zou zich afgevraagd hebben waarom zo’n exemplaar niet in de lompenmand terecht was gekomen, of zou onmiddellijk achter de naaimachine hebben plaatsgenomen om de scheur te helen. Maar nu is het juist hoogmodisch en je betaalt grof geld voor een deskundig aangebrachte scheur.
En dan de lengte! Ook een verhaal apart. Voorheen viel de mannenbroek ruimschoots over de schoenen, hetgeen snelle slijtage veroorzaakt. Maar nu is het blijkbaar hoogmodisch dat de broek net onder de kuit ophoudt en een flink stuk onderbeen en enkel onbedekt doet overblijven. Dat wordt dan gedragen met onzichtbare sokken, zodat men rondloopt met blote enkels. Lijkt me toch knap fris als het winter is. Maar mode is nu eenmaal altijd onverklaarbaar vreemd, en wie mooi wil zijn moet lijden.
Natuurlijk hebben we ook nog de korte broek. In de jaren ’60 werden de ‘hotpants’ voor de jongedames ingevoerd en wat sprak men er schande van! En nu, als het weer het nu ook maar enigszins toelaat, is het gemeengoed, en kan het niet kort genoeg en uiterst strak in de liezen zijn, om maar zoveel mogelijk bovenbeen onbedekt te laten. Bij de mannen is het precies andersom: voetbalden de heren in de jaren ’70 nog in strak gesneden niemendalletjes, die trend draaide helemaal om en nu wordt er gesport in ruim bemeten fladder gevallen, die het noodzakelijk maken om daaronder weer een veel strakkere broek te dragen. Zo ook met de zwembroeken.
De naam broekje nauwelijks waard
Bij de dames hullen velen zich op het strand in kini’s die de naam broekje nauwelijks nog waard zijn, in het Afrikaans noemt men het daarom ook ‘amperbroekie’, en dat is precies wat het is. Het geeft aanleiding voor een nieuw woord: ‘rondbillig’, als zusje van het oude ‘rondborstig’. Er zijn plattere benamingen voor deze vetergevallen, maar die zijn niet geschikt voor dit nette Metronieuws.
Bij de mannen is het weer eens precies andersom. Werd er in de jaren ’90 nog strijd geleverd voor een korte broek voor postbodes voor als de mussen dood van het dak vallen, nu is de korte mannenbroek heel algemeen, zodra de omstandigheden het toelaten. Wijlen Martin Bril, helaas vroegtijdig overleden aan zijn rookverslaving, introduceerde de ‘rokjesdag’, en die valt nu samen met de ‘blote kuitendag’ voor de mannen, die actief zijn buiten de formele sector. Maar de broeken die dan weer gedragen worden zijn wel allemaal wijdvallend en tot op de knieen, terwijl de vrouwen collectief gemoedereerd hun hele bovenbenen aan het zonlicht blootstellen in strak aangespannen textiel. Dit in tegenstelling tot de degelijke broekrokken, waar Youp zo’n pesthekel aan heeft.
Er zijn nog steeds grote verschillen tussen de sexen. En de broeken getuigen daarvan.