Was Claude te louche?
Iedereen kent wel Claude Lelouch, de Franse filmregisseur, scenarioschrijver en filmproducent. Na enkele flops vestigde hij internationaal zijn naam met het romantische drama Un homme et une femme uit 1966, met Anouk Aimée en Jean-Louis Trintignant in de hoofdrollen. Lelouch won dat jaar een Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes.
Op dat moment droomde mijn vader – die trouwens net zoals ik Claude heette – van een rol in één van zijn films. Hij had zijn smoking aangetrokken en vertrok zo vanuit airport Zaventem naar het drukke maar mooie Cannes. In die periode had mijn halfzus Catherine een zeer slechte band met hem. In haar pubertijd meed ze haar bloedeigen vader omdat ze hem te louche vond.
Dat vertelde ze mij toen ik haar onlangs voor het eerst ontmoette bij een diner bij haar thuis in de Waalse Ardennen. Het woord ‘louche’ is synoniem voor ‘duister’ en ‘obscuur’. Ach vanwege zijn echtscheiding en verlies van zijn villa ging vader door een hel.
Foto’s en handtekening
Soit, vader geraakte daar in Cannes gemakkelijk binnen via de rode loper tot in de zaal. Hij had immers de looks van een grote louche acteur. Alle ogen waren op hem gericht, toeristen namen foto’s en wilden zelfs een handtekening van Claude senior. Hij nam plaats naast Belmondo en begon een babbeltje met hem te maken. Vader was zich alweer met Martini’s aan het volgieten.
Toen Claude Lelouch zijn Gouden Palm in ontvangst nam, applaudisseerde vader als eerste maar wel te vroeg en te uitbundig. Lino Ventura die net een stoel voor hem zat, keek geïrriteerd om en vroeg zijn collega: „Qui est cet acteur assis à côté de vous?” Belmondo haalde zijn schouders op. Want vader was stomdronken en grinnikte: „Je suis Claude… le louche.” Ventura bulderde het uit van het lachen: „Ah monsieur, vous êtes comédien.” Later op de avond zocht vader de gevierde regisseur op, solliciterend naar één of andere hoofdrol. Waarop de man laconiek glimlachte en zei: „Ach man, ga eerst naar de AA-club en kom dan nog eens terug.”
En dus borg vader zijn acteursplannen definitief op.
Toen ik 18 werd, stimuleerde vader mij om carrière te maken in de Belgische filmwereld. Hij raadde mij gangsterrollen aan, ‘die zijn immers het leukste om te spelen’. Het is er op enkele figurantenrollen na, nooit van gekomen. Claude junior was helaas niet louche genoeg.