De Ingreep

Marcel van Stigt 16 dec 2022

Het plafond was hagelwit en recht boven mijn hoofd kroop een grote spin. Liggend op mijn rug kon ik hem goed volgen. Dat bleef ik doen, want ik had dringend behoefte aan afleiding.

Ik lag namelijk bloednerveus in de praktijk van mijn huisarts op de snijtafel, in afwachting van De Ingreep. Jaren geleden alweer, maar sommige gebeurtenissen blijven me nu eenmaal bij.

Het ideetje was afkomstig van mijn inmiddels ex, die mede door mijn toedoen al twee kinderen op de wereld had gezet. Zij vond dat het ook mijn verantwoordelijkheid was om de geboorte van een derde kind te voorkomen. Daar zat wat in.

Al na vier maanden maakte ik een afspraak. En toen brak de dag aan dat het ging gebeuren.

Hopen op een spoedgeval

Mijn huisarts zou De Ingreep samen met een collega uitvoeren. Prima. Twee weten meer dan één. Het spreekuur liep wat uit, dus ik moest wachten. Geen punt. Het kon me niet lang genoeg duren. Stiekem hoopte ik dat de huisarts voor een spoedgeval zou worden weggeroepen en ik een nieuwe afspraak moest maken.

De deur van de behandelkamer zwaaide open en de twee artsen kwamen binnen. Ik zuchtte diep en schokkerig. De andere arts was eveneens een man – ik had eerlijk gezegd geen vrouw verwacht. Een boom van een vent met handen zo groot als sneeuwschuivers. En daarmee moest-ie dan…

Een huivering trok door mijn lichaam. Ik hield mijn ogen strak op de spin gericht. Kijken. Blijven kijken.

Toch dwaalde mijn blik onverhoeds af richting kruis. Ik zag meer dan mij lief was. Mijn huisarts boog zich langzaam naar het operationele gebied met een injectiespuit in de hand, het puntje van zijn tong tussen zijn tanden. Vier prikken deelde hij uit. Ik zat bijna tegen het plafond – naast die spin.

Hulpeloos, radeloos

De Ingreep duurde lang. Een vol uur. Kennelijk was het een nogal delicate operatie. En ik lag daar maar. Hulpeloos. Machteloos. Radeloos. Wanhopig starend naar een spin.

„Bijna klaar”, mompelde mijn huisarts uiteindelijk. Uit mijn ooghoek zag ik een lange draad. En toen: „Ja, het is zover, meneer Van Stigt. U kunt weer opstaan en u aankleden. Wel rustig aan, niet te snel.”

Na twee dagen ging het wel weer. Ik kon ook weer zware boodschappentassen tillen. En het zou voor altijd bij mijn huidige twee kinderen blijven. Opnieuw vader worden zat er niet meer in. Hoefde ook niet. Ik was dik tevreden zo.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.