Haast
Ik ben een brave burger. Ik ga elk half jaar met frisse tegenzin naar de tandarts voor een obligate controle van mijn gebit. Met dank aan de digitalisering van de zorg, word ik een dag van tevoren gewezen op mijn afspraak.
Ai….ik heb het al zo druk. Maar later dan 24 uur van tevoren afzeggen betekent een onherroepelijke no-show rekening, waar ik niet op zit te wachten. Mijn tandarts bevindt zich op vijf minuten fietsen in mijn dorp. Kleine moeite, zou je zeggen. Efficiënt als ik ben, combineer ik mijn tandartsbezoek met een paar haastige boodschappen in de dorpswinkels. Ik arriveer één minuut te vroeg voor mijn afspraak. Eitje, denk ik. Ik ben gezegend met een vrij sterk en bovenal stoïcijns gebit: meestal zijn controles in een minuut of tien gepiept. Inclusief de exorbitant dure aanbevelingen van de tandartsen in kwestie, die ik stelselmatig negeer met: „Goed idee. Ik zal er eens over nadenken……(wat denk je zelf: als je een nieuwe Audi wil, mij niet bellen).”
Veel mis met het gebit
Ik moest geduldig wachten op God, oh sorry, ik bedoel de tandarts. Die kwam met een ongeïnteresseerde blik binnenhuppelen en vroeg na één blik op mijn gebit om een fototoestel. Ja, een echt fototoestel (het merk heb ik niet gecheckt). Er was namelijk veel mis met mijn tanden. En om dat inzichtelijk te maken, werd ik getrakteerd op een extreem ingezoomd plaatje van mijn gebit. Dat was niet zo best. O nee? Nee. Na veertig jaar van tandartsen enkel neutrale of licht positieve feedback te hebben gekregen over de staat van mijn gebit (maar twee gaatjes in veertig jaar), werd ik nu getrakteerd op de onheilspellende boodschap dat mijn tanden aan het afslijten waren, nee zelfs aan het afbrokkelen, verzakken. Geen boodschap die je wilt horen als veertiger. Om dit pijnlijke feit kracht bij te zetten, liet de tandarts mij zien waar mijn tanden zich nu bevonden en waar de bovenkant ervan zich eigenlijk zou moeten bevinden. Ai… da’s niet best. Het goede nieuws was dat het niet zeer urgent was. Het proces was al enkele jaren in gang en hij kon met de beste wil van de wereld (God) niet voorspellen wanneer het einde van mijn tanden in zicht zou zijn. Misschien snel, misschien wel nooit (ik voel hier wederom een parallel met het geloof). Maar dat er iets zou moeten gebeuren was zeker.
Belastingontduiker
Toen ik vroeg wat dit grapje mij zou kosten vergeleek hij het met, jawel, zijn auto. „Als ik een kras op mijn auto krijg (een mooie Audi A6), dan weet ik, als ik hem naar de garage breng, ook niet hoeveel het gaat kosten. Ligt een beetje aan de kwaliteit van de auto, de ernst van de beschadiging en wat je ervoor over hebt. Maar je moet denken aan enkele tienduizenden euro’s.” Mooie analogie, ware het niet dat ik geen auto bezit en, sterker nog, niet eens een rijbewijs heb. Hij gaf me, als een volleerd belastingontduiker, nog wel de tip om de benodigde reparaties in één en hetzelfde belastingjaar te laten uitvoeren. Dan kon ik met een beetje geluk de exorbitante zorgkosten nog opgeven aan de belasting. De drempelwaarde daarvoor zouden de kosten beslist halen. Met een half oog op mijn dossier constateerde hij ook nog grijnzend dat ik geen tandartsverzekering heb. Verstandig, volgens hem. De lage kosten worden gedeeltelijk gedekt, maar de echte ingrepen moet je toch zelf ophoesten. Ben je in elk geval geen premie kwijt.
Een dikke drie kwartier later ging ik huiswaarts. Het stormde en regende en ik kon helaas niet voorkomen dat ik de prominent voor de praktijk geparkeerde Audi A6 schampte met mijn fiets. Hoeveel de schade bedraagt is afhankelijk van de kwaliteit van de auto, de ernst van de beschadiging en hoeveel hij ervoor over heeft.