Door

Astrid Aveling-de Jong 23 dec 2022

Als ik val
Stort alles in elkaar
Dus ik ga door
Ook al kan het eigenlijk niet meer
Ik moet
Ik zal
Ik hou vol… keer op keer op keer

Vroeger, toen ik fulltime moeder was van twee kleine kinderen riep ik altijd dat moeders niet ziek kunnen zijn. En dat klopt. Ik zie het nu ook bij onze dochter, moeders lopen soms op hun tandvlees, vooral als er weer eens een griepje het huis teistert. Maar ik zie nu nog een groep in de samenleving die eigenlijk niet ziek kan zijn, de mantelzorgers.

Griep

Ik ben inmiddels ook mantelzorger en gelukkig werkt mijn lijf over het algemeen prima, maar opeens was daar DE GRIEP. Net toen we als gezin in een wat rustiger vaarwater terecht waren gekomen. De keukenverbouwing was voorbij, manlief had zijn nieuwe knie en was de ergste klap van zijn infarct te boven en mijn moeder werd prima verzorgd in de revalidatie. En juist toen vond mijn lijf het wel een goed idee om ziek te worden. Dat schijnt vaak zo te gaan, maar ik baalde toch flink. Ik was enorm beroerd en mijn lief mocht nog niets zonder zijn twee krukken, dus zelfs zoiets simpels als een mok thee moest ik zelf verzorgen. Ik hoopte eerst nog op een flinke verkoudheid en ging stug door, maar op een gegeven moment ging het niet langer en ik kroop m’n bed in. Gefrustreerd. En ook al kreeg het lijf nu wat rust, het hoofd draaide overuren.

Ik bofte

De afspraken in het ziekenhuis moesten worden verzet. En hoe moest het met de boodschappen? En de medicatie van mijn lief? Eigenlijk kon het me op dat moment ook allemaal niet schelen, ik wilde alleen maar paracetamol en slapen. En toen besefte ik dat ik eigenlijk bofte. Want ik zat niet alleen niet meer midden in een verbouwing, mijn moeder zou zich nu ook wel redden zonder mij. Dat was wel anders geweest als zij nog gewoon thuis was geweest. En manlief liep wel met krukken, maar hij was tenminste thuis en voelde zich al een stuk beter. De boodschappen konden worden besteld en thuisbezorgd. Net als de medicatie van mijn man, want de apotheek bezorgt ook. Eigenlijk viel het hele drama dat zich afspeelde in mijn zieke hoofd dus nog wel mee. Ik kon best even gemist worden.

Niet iedereen heeft een vangnet

Maar hoe anders is het bij een hele grote groep andere mantelzorgers. Als die vallen, al is het door zoiets simpels als een griepje, dan stort alles om hen heen ook in. Want niet iedereen heeft een vangnet. Hoe vaak modderen ze door? Lopen ze op hun tandvlees? Kunnen ze eigenlijk niet meer? En dan heb ik het nog niets eens over kwalen die niet binnen een paar dagen over zijn.

Ik denk dat het een angst is van heel veel mantelzorgers. Hoe moet het als ik er even niet ben. Of, als ik er straks misschien helemaal niet meer ben? Hoe moet het dan met mijn geliefde? Met mijn kind? Zorgen dus. Om de toekomst. Angst, om een eventuele kink in de kabel, die toch al zo strak gespannen staat. Hulp vragen is niet altijd mogelijk. En sowieso niet makkelijk.

Laten we dus maar goed om ons heen kijken. Naar al die mensen die zorgen. Op wat voor manier dan ook. Een beetje opletten, of ze zichzelf niet voorbij lopen. Of ze niet te lang doorgaan. Soms is het al genoeg om even een paar uurtjes bij te springen. Wat boodschapjes te doen. Even wat lucht.

Ik voel me al weer een stuk beter. Gelukkig. Ik kan weer zorgen. En dat scheelt een boel zorgen.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.