Regeert geld boven veiligheid, is er toekomst voor zwemles?
Het geduld en ondernemerschap van de managers en zwemschoolhouders, evenals van de zwemonderwijzers, is de afgelopen jaren tamelijk op de proef gesteld. De ene crisis was nog niet voorbij of de volgende diende zich al aan. Denk hierbij aan de zeven plagen, maar dan net anders.
Hoe je het ook wendt of keert, (naast de ondernemers en werknemers) de gebruikers zijn de dupe, de overheid is de gemene deler en het draait uiteindelijk allemaal om geld. Is het niet de SPUKIJZ-regeling dan zijn het wel de personeels- of energieprijzen. Het doorberekenen van de kosten op de gebruikers, maakt zwemmen of leren zwemmen een elite-bezigheid.
Hoe hoog is het belang van zwemles en zwemveiligheid? Hoeveel is zwemveiligheid waard bij de gebruikers, maar zeker ook voor de overheid? Er zal geld bij moeten, anders druppelt de branche leeg. Geen of minder commerciële zwemscholen betekent langere wachtlijsten bij de publieke zwembaden, die nu al bomvol in hun capaciteit zitten. Het sluiten van zwembaden uit financieel oogpunt, ook als dit wordt verkocht onder de noemer tijdelijk, kan inhouden dat het niet tijdelijk maar definitief is. Stukken grond zijn veel geld waard, er is een tekort aan grond voor huizen, maar huizen moeten worden gebouwd in verband met het steeds harder groeiende aantal bewoners in Nederland. Waar staat een zwembad qua waarde, tegenover meerdere woningen en/of zeg zestig tot honderd appartement die op dezelfde plek zouden kunnen verrijzen?
Zwemles nog de moeite waard?
Als deze tendens doorzet, worden de afwegingen rond zwemles en zwemveiligheid puur om geld gemaakt. Het kost namelijk miljoenen om zwembaden op te knappen, te verduurzamen en te (her)bouwen. Is het bewegen in het water en het aanleren van zwemles in de toekomst nog wel de moeite waard?
De afgelopen jaren draaide zwemveiligheid om preventie en reddingsoperaties. Enkele losse flodders die de bewustwording bij mensen moest oproepen, kwamen nauwelijks of te weinig aan doordat de ‘campagnes’ marketingtechnisch niet goed of te klein werden neergezet. Een geldkwestie dus die anders aangepakt moet worden. Er zou bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met onderwijspakketten op basisscholen om de allerkleinsten al over een mui te leren en de gevaren van het water bij te brengen. Daarnaast met een goede samenwerking tussen partijen zoals VWS, CBS, publieke zwembranche, partijen en de commerciële zwemlesaanbieders kan er gewerkt worden aan gerichte bewustwording.
Zwaard van Damocles
Kort gezegd is de energiecrisis voor de zwemlessen als een zwaard van Damocles. Als er niet op tijd ingegrepen wordt, zullen er zwembaden en zwemscholen (tijdelijk) moeten sluiten. Als gevolg hiervan kunnen er (nog) minder kinderen leren zwemmen. Kinderen met een behaald zwemdiploma zullen niet tot nauwelijks kunnen oefenen om de zwemslag vaardig te blijven. Senioren welke moeten blijven bewegen om zoveel mogelijk pijnvrij de dag door te komen, raken gedupeerd door het niet aanwezig zijn van of zeldzame aanbod. Wie raakt de gevoelige snaar in Den Haag om duidelijk te maken dat het hier gaat om mensenlevens? Levens van onze kinderen die zwemles nodig hebben in ons waterrijke land, zoiets?
Het is aan alle belanghebbende branchepartijen om Den Haag te mobiliseren om te zorgen dat de al zorgelijke verdrinkingscijfers niet explosief zullen gaan stijgen. Zwemveiligheid maak je samen, samen met overheden, branchepartijen, volwassenen en kinderen. Maar dan moet hier nog wel de mogelijkheid toe blijven. Laat het belang en de prioriteit gauw genoeg in de kamer bekend raken of moeten wij ter protest een opzet-zwembad neerzetten en zo proberen aandacht te krijgen?