Dan wil ik ook excuses
Een stamboomonderzoek heeft uitgewezen dat ik afstam van keizer Karel de Grote. Dat is natuurlijk niet misselijk. Maar het is niet altijd koek en ei geweest gedurende de groei van deze boom. Tussen Karel en mij bevonden zich namelijk heel wat personen van veel minder allure.
Er zaten verschillende criminelen, psychisch gestoorden, hoerenlopers en andere, minder tot de verbeelding sprekende figuren tussen. Gelukkig heeft de familie met personen als schrijver dezes de weg omhoog weer teruggevonden. Overigens, ik moet het feit dat ik een verre nazaat ben van deze keizer wel enigszins relativeren. Het is namelijk zo dat maar liefst 5 procent van de Europese bevolking van onze Karel afstamt.
Tussen mijn verre voorouders zaten naast voornoemde stamboomgenoten ook hardwerkende ambachtslieden, lijfeigenen, horigen en kindarbeiders. Zij die tot de laatste drie categorieën behoorden, hadden het slecht en waren niet of nauwelijks beter af dan de ooit tot slaaf gemaakte zwarte mensen.
Mensonterende omstandigheden
Kinderarbeid werd eerst in 1874 afgeschaft. Vanaf dat jaar was het verboden om kinderen, jonger dan 12 jaar, aan het arbeidsproces te laten deelnemen. Lijfeigenschap, oftewel het bezit hebben van iemands lichaam, werd ruim een halve eeuw eerder dan slavernij afgeschaft. Drie mensonterende omstandigheden werden relatief kort na elkaar verboden.
Nu Rutte cum suis de laatste jaren, al dan niet gedwongen door zijn coalitiegenoten, op de excuustoer is, lijkt de tijd nu rijp te zijn dat hij zich namens Nederland verontschuldigt voor ons slavernijverleden en is hij ook bereid om met geld over de brug te komen. Dat geld is bedoeld om monumenten en musea uit de grond te stampen ter nagedachtenis aan een ‘zwarte bladzijde’ uit ons verleden. Voorts moeten via geschiedenisboekjes op school kindertjes duidelijk gewezen worden op de wantoestanden in Suriname en andere overzeese gebiedsdelen tijdens de slavernij.
Op zich vind ik het een goede zaak dat er aandacht wordt besteed aan slavernij. Maar dan niet zo eenzijdig als thans het geval is. De indruk wordt namelijk gewekt dat uitsluitend blanken zich hebben schuldig gemaakt aan slavernij en dat het hele Nederlandse volk daarbij betrokken is geweest en daaruit een slaatje heeft geslagen.
Welk ras of welk volk heeft zich niet aan slavernij schuldig gemaakt of onder slavernij geleden? Het is nog maar zeer de vraag of meer zwarte mensen dan blanke en anders gekleurde mensen slachtoffer van slavernij zijn geweest. Hoeveel Aziatische mensen werden en worden, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, niet als slaaf misbruikt? En als het om de levering van slaven ging, dan speelden zwarte slavendrijvers en handelaren toch zeker een hoofdrol. En ook nu nog vindt in Afrika op grote schaal slavernij plaats. Dit nog afgezien van het feit dat men het in diverse Afrikaanse landen niet zo nauw neemt met de rechten van meisjes en vrouwen. Regelmatig worden we met beelden geconfronteerd van grote groepen jonge meisjes, die door zwarte mannen worden ontvoerd, misbruikt en tot slaaf gemaakt.
Elke Nederlander deelgenoot
Als Rutte excuses maakt namens Nederland, dan maakt hij iedere Nederlander deelgenoot van die excuses. Als Rutte die excuses vergezeld laat gaan van het leggen van een ‘financiële pleister op de wonde’ dan betaalt iedere Nederlander daaraan mee, of hij het ermee eens is of niet.
Wat is dat voor een onzinnige actie? Slechts een klein groepje lelijke profiteurs heeft in het verre verleden zijn handen vuil gemaakt aan die weerzinwekkende handel en heeft daarmee zijn zakken rijkelijk gevuld. Laat de nazaten van die lieden maar excuses aanbieden namens hun voorouders als ze daar al trek in hebben. Wellicht zijn zij wel bereid hun portemonnee te trekken voor het oprichten van slavenmonumenten en slavenmusea in alle grote steden. Wellicht zijn die nazaten wel bereid daartoe een hypotheekje te nemen op hun kostbare panden binnen de Amsterdamse grachtengordel. Panden die hen ooit in de schoot geworpen zijn.
Door het omvertrekken van beelden van zeehelden en andere dignitarissen van weleer, is inmiddels binnen de Randstad genoeg ruimte ontstaan voor het opzetten van nieuwe monumenten.
Hoe het ook zij, ik voel me op geen enkele wijze partij in deze onverkwikkelijke zaak en neem daarom uitdrukkelijk afstand van de voorgenomen excuses. Mijn ouders, mijn voorouders en ik hebben part noch deelgehad in de slavenhandel. Als die excuses er toch komen, dan wil ik dat Rutte zich ook namens Nederland verontschuldigt voor wat mijn verre voorouders als kindarbeider, als lijfeigene en als horige is aangedaan. En als Rutte toch geld aan het uitgeven is, dan verdienen de Nederlandse blanke slaven van weleer ook een monument. Ik zal Sharon Dijksma alvast vragen om uit te kijken naar een mooi in het oog springend plekje op het Domplein.