Hoe je door de machine je menselijkheid verliest
Op een dinsdagavond fietste ik terug naar huis. Het werk bij de plaatselijke supermarkt was weer gedaan, en alles was weer gegaan zoals het altijd gaat. Toch zat me die avond iets dwars.
Er kwam een bepaalde gedachte opzetten, waar ik al die tijd al bang voor was dat die zou komen. De interactie met de mensen om mij heen was precies hetzelfde als vorige week, en die week daarvoor, en die week daarvoor… Ik verloor erdoor mijn spontaniteit. Ik verloor mezelf.
Even voorstellen
Mijn naam is Victor Maes, ik ben op dit moment 18 jaar en zit in mijn tussenjaar. Ik heb een best wel zware middelbare gehad, waarbij ik te kampen had met buitengesloten worden, depressies en sowieso ‘anders’ gevonden worden. Doordat ik in het eerste jaar wilde weten wat er ‘mis met mij was’, is er ook een onderzoek gekomen. Daaruit bleek dat ik dubbeldiagnose add/ass had. Een ding dat sowieso heel erg bij mij past (wat ik overigens ook bij veel andere autistische mensen terugzie), is dat ik niet kan liegen. Ik vertel vaak de dingen zoals ik ze zie en meestal daarmee ook hoe ze zijn. Dat zorgt er soms voor dat leeftijdsgenoten mij apart vinden, omdat ik niet meega in het grote sociale theaterstuk wat dagelijks wordt gevoerd. Na mijn schooldiploma gehaald te hebben, heb ik besloten om mijn sociale skills te verbeteren door te gaan werken in een supermarkt en restaurant. Hierdoor ging ik de omgeving in, waar ik nu in zit.
De machine
Ik heb op het moment zo’n half jaar supermarktervaring op het gebied goederenverwerking, proces en kassa en ben in een paar maanden tijd van niks snappen van bedienen tot een drukke lunch vrijwel vlekkeloos in m’n eentje bedienen. De maanden aan werkervaring hebben me mijn lust tot leren laten ontdekken. De eerste weken op beide werkplekken waren erg groots en opwindend. Er waren veel nieuwe aspecten in m’n leven, met ook veel nieuwe interactie. Het punt waar ik nu sta, is niet veel nieuws aan. Al maanden lang doe ik precies hetzelfde werk, met dezelfde mensen om me heen met vaak de zelfde standaard zinnetjes. De eerste zin die ironisch genoeg altijd precies hetzelfde is op een werkdag bij de supermarkt, is de zin „hey Victor, alles goed?”. Waarop ik altijd reageer „ja hoor!”. Daaropvolgend heb ik de meest standaard acht-urige werkdag als altijd. Ik wil wel nieuwe dingen gaan proberen, maar ik heb een te sterke comfortzone gecreëerd met mijn werkomgevingen, waardoor ik ben vastgegroeid in mijn positie als persoon. Dag bij dag verlies ik een stukje spontaniteit door het meegeven aan de continuïteit van het sociale theaterspel dat de grotemensenwereld speelt. Maandenlang heb ik niet meer echt goed vrienden gesproken. Ik heb alleen maar toegekeken hoe ik van initiatiefnemer naar achteruit leunende gever ben gegaan.
Ik ben Victor Maes en ik ben onderdeel van de machine.
Dit inzicht zal waarschijnlijk de grootste les zijn die ik uit dit hele tussenjaar zal gaan halen.