Literatuur is (g)een wedstrijd
De filmwereld heeft mijn naamgenoten. De muziekwereld de Grammy Awards. De wetenschap de Nobelprijzen. En ook in het literariteitenkabinet zijn er tal van prijzen die worden uitgereikt. Zoals de NS Publieksprijs.
Dat onze nationale spoorvervoerder zich verwant voelt met literatuur, kan ik begrijpen. „Lekker lezen doe je in de trein”, was ooit een reclameslogan. Zelf geef ik ook de voorkeur aan het installeren van nieuwe software in mijn brein. Maar nog veel leuker is het om die software zelf te programmeren en te OTAPpen (ontwikkeling, test, acceptatie, productie). Uiteraard met de hoop dat mijn in productie genomen software door mensen gewaardeerd wordt… misschien wel met die eerder genoemde prijs.
Helaas is dit jaar de verkiezing… „iets anders verlopen dan de bedoeling was”. Laat ik daar maar niet te veel woorden aan vuil maken. Volgens mij iets met niet goed functionerende software. Bovendien, „literatuur is geen wedstrijd”, aldus Claudia de Breij, een van de genomineerden.
Eerste kunstwerk
Eens. Voor een lezer is literatuur inderdaad geen wedstrijd. Net zoals de Champions League voetbal geen wedstrijd is als je alleen maar achter de tv zit. Maar beste Claudia, denk eens even terug aan jouw eerste kunstwerk. Je maakte het in een tijd dat behalve directe familie en een paar kennissen niemand jou kende. Je moest een fanbase opbouwen, mensen overtuigen van je kwaliteiten, bijklussen om alle kosten te kunnen behappen. Keer op keer laten zien dat jij beter bent dan al die anderen die ook in dat vak zitten. Tenminste, zo stel ik het mij voor. Misschien zit ik er wel naast, is het jou allemaal als vanzelf aan komen waaien en moet ik vooral beter kijken hoe de wind staat.
Zelf zit ik in die beginfase. Afgelopen nazomer harde lessen moeten leren. De literaire OTAP-straat is voor mij vooralsnog die door Shocking Blue bezongen long and lonesome road. Waar ik als ict’er de weg van visie via een stuk software naar go-live inmiddels goed weet te vinden, bevind ik mij wat betreft mijn in een natuurlijke taal geprogrammeerde software nog in een grijs gebied dat nog ontdekt moet worden. Een gebied dat vooral gekenmerkt wordt door gesloten deuren van uitgevers. En ik ben niet de enige. 10 procent van de Nederlanders heeft schrijfambities. 10 procent daarvan literair. Dat betekent nóg meer mijn best doen opdat mijn werk er boven dat van die 175.000 anderen uitknalt en niet ergens achter in de boekenbal-lade verdwijnt.
Als je er zelf tijd
insteekt
is literatuur
niet eens
maar meer dan eens
een wedstrijd
waarbij op den duur
de Champions League verbleekt