Hoop voor de toekomst
Dinsdagochtend zes voor half negen. Klas 4 vwo wiskunde A zat er klaar voor. In afwachting van de bel was ik al begonnen met mijn absenten/huiswerkcontrole.
Halverwege de lijst was ik, toen ik vanuit mijn ooghoek een schim voor het raam van de deur zag. Tegelijkertijd klonk de bel. De schim schoot weg. „Huh?”, zei ik,en keek verward naar m’n klas. „Dat was Jeroen, mevrouw!”, zei een leerling en bevestigde daarmee mijn vermoeden.
Ik liet het maar zo, ging door met de lijst en begon daarna met de uitleg. Daar ging de deur open. Jeroen. „Hóé dan?”, zei ik. „Waarom ging je nou weer weg?” „Ik was te laat, mevrouw”, verduidelijkte Jeroen rustig en legde een te-laat-briefje op mijn bureau. „Doe ff chill!”, riep ik uit. „Je had de deurklink al vast toen de bel ging.” Jeroen haalde zijn schouders op, duidelijk niet onder de indruk en niet overtuigd. „Echt hoor!”, riep ik verontwaardigd. „Ik ga regelen dat ze de melding eruit halen, beginnen jullie vast aan je huiswerk, ik ben zo terug.”
Onwrikbare normen
De conciërge was bezig een rijtje telaatkomers te bedienen. Ik wurmde me naar voren in de rij en legde het geval uit. De conciërge zei: „Hij kwam echt voor de bel de school binnen, dus ik zei al tegen hem ‘je was op tijd hoor’, maar hij wilde er niets van horen en liet zich gewoon als te laat noteren.” We keken elkaar verward aan. Bestaat dat nog? Onwrikbare normen en regels. In steen gebeiteld. Je niet laten ompraten door een ander of regels ombuigen in je voordeel.
Verbluft liep ik terug naar mijn lokaal. Ik hervatte mijn les. Jeroen stak zijn vinger op. „Wilt u niet weten of ik mijn huiswerk wel af heb?” Vol ongeloof staarde ik hem aan. Jeroen knikte me geruststellend toe. „Ik heb ‘t af, mevrouw.”